Part of Smart Yellow Suite

WGK004316
Wijziging Besluit houders van dieren ivm beleidsbrief dierenwelzijn en div andere zaken (bundelamvb)

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 28 maart 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Documenten

stb-2018-146 (PDF)

Besluit van 26 april 2018, houdende wijziging van het Besluit diergeneeskundigen en het Besluit houders van dieren in verband met diverse wijzigingen op het gebied van dierenwelzijn

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 april 2017, nr. WJZ / 17049780;

Gelet op de artikelen 2.1, derde en vijfde lid, 2.2, zevende en tiende lid, 2.3, tweede lid, 2.8, tweede lid, onderdeel b, 2.9, derde lid en, 2.10, eerste en derde lid, van de Wet dieren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 juni 2017, nr. W15.17.099/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 april 2018, nr. WJZ /17134959;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit diergeneeskundigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.3 vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, onderdeel d.

B

Artikel 2.5, onderdeel b komt te luiden:

  1. het onthoornen van geiten die worden gehouden met het oog op de melkproductie of die worden gehouden op kinderboerderijen, van schapen en van dieren die in een dierentuin worden gehouden;
C

In artikel 2.6, onderdeel d, vervalt de zinsnede: «runderen,».

ARTIKEL II

Het Besluit houders van dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, worden aan artikel 1.3 twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  1. het gebruik van of het vastbinden of aanlijnen van een dier met een voorwerp waarmee het dier door middel van scherpe uitsteeksels pijn kan worden toegebracht;
  2. het gebruik van apparatuur waarmee een dier door middel van stroomstoten, elektromagnetische signalen of straling pijn kan worden toegebracht, met uitzondering van elektrische afrastering of omheining die is toegelaten voor het afzetten en omheinen van een perceel en apparatuur waarvan het gebruik is gericht op het teweegbrengen van een gerechtvaardigde verandering in het gedrag van het dier ter voorkoming van gevaar voor mens of dier of aantasting van het welzijn van het dier en de gebruiker van de apparatuur daartoe over voldoende deskundigheid beschikt.
B

Aan artikel 1.13 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
Bij ministeriële regeling kunnen voor de daarin te onderscheiden diersoorten of categorieën dieren nadere regels worden gesteld ten aanzien van de methode, bedoeld in het eerste lid.
C

Artikel 1.20 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Chimpansees: 4,5 jaar;
  2. Rhesus-apen: 1 jaar;
  3. Beermakaken: 1 jaar;
  4. Java-apen: 1 jaar;
2.
In afwijking van het eerste lid, is de leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet voor konijnen:
  1. 4 weken, indien de konijnen op het geboortebedrijf verblijven totdat zij ten minste de leeftijd, bedoeld in het eerste lid, hebben bereikt;
  2. 5 weken, indien de konijnen na hun geboorte worden vervoerd vanaf het geboortebedrijf naar een ander bedrijf waar zij worden gehouden tot aan het moment waarop zij worden gedood met het oog op de productie van dierlijke producten.
4.
Ingeval apen vallen onder het bepaalde in artikel 1b, eerste lid, van de Wet op de dierproeven, is in afwijking van het eerste lid, de leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet, voor:
  1. Chimpansees: 4 jaar;
  2. Rhesus-apen: 2 jaar;
  3. Beermakaken: 2 jaar;
  4. Java-apen: 2 jaar;
  5. Marmosets: 1 jaar;
  6. Doeroecoeli’s: 1,5 jaar;
  7. Doodshoofdapen: 9 maanden.
5.
Indien de apen, bedoeld in het vierde lid, onmiddellijk na het scheiden worden ondergebracht in groepen met soortgenoten, is, in afwijking van het vierde lid, de leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet, voor:
  1. Chimpansees: 3 jaar;
  2. Rhesus-apen: 1 jaar;
  3. Beermakaken: 1 jaar;
  4. Java-apen: 1 jaar;
  5. Marmosets: 6 maanden;
  6. Doeroecoeli’s: 1 jaar;
  7. Doodshoofdapen: 7 maanden.
D

In artikel 2.12, onderdeel b, wordt «2.3, onderdelen b en d,» vervangen door: 2.3, onderdeel b.

E

Artikel 2.21, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  1. gebruiksvarkens: ten hoogste 18 mm bij betonroostervloeren en 20 mm bij andere roostervloeren.
F

Aan artikel 2.71 worden een zesde en zevende lid toegevoegd, luidende:

6.
Indien een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, wordt gebruikt voor het houden en huisvesten van ten minste vijf en ten hoogste acht legkippen voor het testen van legkippen ten behoeve van de fokkerij zijn tot 1 januari 2035 niet van toepassing:
  1. het eerste lid, onderdelen a en b, met dien verstande dat de hoogte van de kooi aan de zijde waar de voerbak zich bevindt en boven de bruikbare oppervlakte ten minste 45 cm bedraagt;
  2. het eerste lid, onderdeel c;
  3. het vereiste inzake de oppervlakte van het nest, bedoeld in het vierde lid, met dien verstande dat het nest een oppervlakte heeft van ten minste 90 cm2 per legkip; en
  4. het vijfde lid, met dien verstande dat de met strooisel bedekte ruimte, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, een oppervlakte heeft van ten minste 90 cm2 per legkip.
7.
Er is sprake van het testen van legkippen ten behoeve van de fokkerij, bedoeld in het zesde lid, indien:
  1. de legkippen nakomelingen zijn uit kruisingen van raszuivere dieren;
  2. het testen ten minste inhoudt dat frequent metingen en waarnemingen worden verricht ten aanzien van het aantal gelegde eieren, de sterfte en het gedrag, en
  3. de bij het testen verkregen gegevens ter beschikking zijn van het fokbedrijf.
G

Artikel 2.76q, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

  1. wordt na een periode van licht alsmede na een periode van donkerte als bedoeld in het eerste lid een schemerperiode gehanteerd van ten minste een uur;
H

In artikel 3.7, tweede lid, wordt «3.12, derde lid» vervangen door: 3.12, tweede lid.

I

Na artikel 5.9 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

J

In artikel 6.5, eerste lid, wordt «3.12, derde lid» vervangen door: 3.12, tweede lid.

K

Na artikel 6.9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.10 Overgangsrecht betonroostervloeren
Artikel 2.21, eerste lid, onderdeel d, is niet van toepassing op betonroostervloeren indien de gebruiker van de stal kan aantonen dat:
  1. de betreffende betonroostervloer voor 1 juli 2018 in gebruik is genomen;
  2. de betreffende betonroostervloer ten tijde van de inwerkingtreding van dat onderdeel voldeed aan artikel 2.21, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit houders van dieren zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van dat onderdeel en nadien is blijven voldoen aan die bepaling; en
  3. de vloer van de stal niet is verbouwd of vervangen na de inwerkingtreding van dat onderdeel.
L

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

M

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5.10 Toepassingsbereik

Deze paragraaf is van toepassing op het doden van aal met het oog op de productie van dierlijke producten, tenzij dit doden plaatsvindt voor particulier huishoudelijk verbruik.

Artikel 5.11 Bedwelming aal voorafgaand aan het doden

Artikel 6.10 Overgangsrecht betonroostervloeren

Artikel 2.21, eerste lid, onderdeel d, is niet van toepassing op betonroostervloeren indien de gebruiker van de stal kan aantonen dat:

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2018, met uitzondering van artikel I, onderdeel C en artikel II, onderdeel A, onder h, die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor deze onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.