Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden en tot regeling van enkele bijzondere procedures van strafvorderlijke aard en aanverwante onderwerpen met het oog op een doeltreffende uitvoeringspraktijk
Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de opsporing en vervolging bij afgeschermde groeperingen op het vlak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit slagvaardiger te maken. Verder worden de bepalingen over onder meer de omgang met informatie in het strafproces en het hoger beroep tegen beslissingen over de voorlopige hechtenis aangevuld en geregeld.
Besluit van 16 april 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden en tot regeling van enkele bijzondere procedures van strafvorderlijke aard en aanverwante onderwerpen met het oog op een doeltreffende uitvoeringspraktijk (Stb. 489)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, van 10 april 2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr.2224763;
Gelet op artikel III van de Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden en tot regeling van enkele bijzondere procedures van strafvorderlijke aard en aanverwante onderwerpen met het oog op een doeltreffende uitvoeringspraktijk (Stb. 489);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
Artikel I, onderdelen C, Ca, Cb, Da, E, F, G, onder 1 en 3, I en J, en artikel II van de wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden en tot regeling van enkele bijzondere procedures van strafvorderlijke aard en aanverwante onderwerpen met het oog op een doeltreffende uitvoeringspraktijk (Stb. 489) treden in werking met ingang van 1 mei 2018.
Besluit van 12 december 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden en tot regeling van enkele bijzondere procedures van strafvorderlijke aard en aanverwante onderwerpen met het oog op een doeltreffende uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 489) en het Samenwerkingsbesluit bijzondere opsporingsbevoegdheden 2019
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, van 11 december 2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2441553;
Gelet op artikel III van de Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van enkele bepalingen betreffende de uitvoering van bijzondere opsporingsbevoegdheden en tot regeling van enkele bijzondere procedures van strafvorderlijke aard en aanverwante onderwerpen met het oog op een doeltreffende uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 489) en artikel 14 van het Samenwerkingsbesluit bijzondere opsporingsbevoegdheden 2019;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel