Part of Smart Yellow Suite

WGK003966
Wijziging Mijnbouwbesluit (wijzigingen in verband met het toezicht op de naleving bij opsporing en winning van een delfstof)

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 14 september 2016
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging Mijnbouwbesluit (wijzigingen in verband met het toezicht op de naleving bij opsporing en winning van een delfstof)

Samenvatting

Wijziging van het Mijnbouwbesluit waarin een aantal wijzigingen van het Mijnbouwbesluit bij elkaar zijn gebracht die te maken hebben met het toezicht op de naleving bij opsporing en winning van een delfstof. Het betreft het toezicht op het terugbrengen van water in de ondergrond, de verbetering van het toezicht op mijnbouwactiviteiten in verband met de veiligheid op zee, de beëindiging van het gebruik van een mijnbouwwerk na een opsporingsactiviteit, het toezicht op het stimuleren van de productie in een boorgat en de ontheffing voor een mijnbouwwerk in een windkavelgebied alsmede enkele verbeteringen en verduidelijkingen zoals de gegevensverstrekking bij seismisch onderzoek.

Documenten

stb-2017-89 (PDF)

Besluit van 6 maart 2017, houdende wijziging van het Mijnbouwbesluit (wijzigingen in verband met het toezicht op de naleving bij opsporing en winning van een delfstof)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 4 juli 2016, nr. WJZ / 16094845;

Gelet op de artikelen 1, onderdeel n, 25, tweede lid, 35, derde lid, 49, eerste tot en met derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel II van het besluit van 21 december 2016 tot wijziging van het Mijnbouwbesluit in verband met bepalingen over retributies en afsplitsing van winningsvergunningen en enkele andere bepalingen (Stb. 2016, 557);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 september 2016, nr. W15.16.0176/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 24 februari 2017, nr. WJZ /16177613;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Mijnbouwbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f in een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:

B

Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

  1. grondwater en brijn dat zonder toevoeging van stoffen wordt teruggevoerd in hetzelfde gebied waarin het is gewonnen naar een diepte van ten hoogste 500 meter;.
C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

  1. indien het verkenningsonderzoek wordt verricht in oppervlaktewater dat matig of druk wordt bevaren als bedoeld in artikel 16, respectievelijk artikel 17:
    1. informatie over de bekwaamheid en ervaring van de persoon die contact houdt met de overige scheepvaart in en om het onderzoeksgebied;
    2. informatie over het vaartuig en de uitrusting van het vaartuig met betrekking tot radar-, navigatie- en telecommunicatieapparatuur, waarop de persoon, bedoeld onder 1°, zich bevindt, en
  2. indien het verkenningsonderzoek wordt verricht in oppervlaktewater dat druk wordt bevaren wordt tevens informatie als bedoeld in onderdeel e verstrekt over de persoon en de vaartuigen die de persoon, bedoeld in onderdeel e, onder 1°, bijstaan.
2.
In afwijking van het eerste lid, aanhef, kan de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdelen e en f, na instemming van Onze Minister op een later tijdstip voorafgaande aan het verkenningsonderzoek worden verstrekt.
4.
Indien een onderzoeker het verkenningsonderzoek in oppervlaktewater uitvoert, kan de inspecteur-generaal der mijnen een onderzoeker verplichten door de inspecteur-generaal aangewezen ambtenaren te vervoeren met een daartoe geschikt vervoermiddel naar door deze ambtenaren aan te duiden plaatsen waar een verkenningsonderzoek wordt of zal worden uitgevoerd.
D

In artikel 20 wordt «in of boven de delen» vervangen door «in gebieden die deel uit maken» en wordt «bekend als de rede van Hoek van Holland en bij ministeriële regeling zijn aangegeven» vervangen door: die bij ministeriële regeling zijn aangewezen als aanloopgebied Hoek van Holland.

E

In artikel 24, eerste lid, onderdeel c, wordt «de wijze van winning» vervangen door: een wijze van winning die niet in strijd is met de bij of krachtens dit besluit geldende wettelijke voorschriften inzake winning van koolwaterstoffen.

F

Artikel 28, onderdeel f, wordt vervangen door twee onderdelen, luidende:

  1. water ten behoeve van openbare drinkwatervoorziening als bedoeld in de Drinkwaterwet;
  2. grondwater en brijn dat zonder toevoeging van stoffen wordt teruggevoerd in hetzelfde gebied waarin het is gewonnen naar een diepte van ten hoogste 500 meter.
G

Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40a
1.
De uitvoerder doet binnen een termijn van een jaar nadat de opsporing is beëindigd, melding aan de inspecteur-generaal der mijnen van het geheel of gedeeltelijk buiten gebruik stellen van een voor opsporing bestemd mijnbouwwerk.
2.
In afwijking van het eerste lid begint de termijn, bedoeld in het eerste lid, indien een aanvraag om een winningsvergunning is ingediend, nadat op deze aanvraag onherroepelijk is beslist tot het niet verlenen van een winningsvergunning.
3.
Bij de melding overlegt de uitvoerder een beschrijving als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdelen a tot en met e, met betrekking tot de maatregelen die zijn uitgevoerd.
H

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid.
I

Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid.
J

Na artikel 45 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 45a
1.
Het is verboden een mijnbouwinstallatie, daaronder mede begrepen een veiligheidszone als bedoeld in artikel 43 van de wet, te plaatsen in een gebied, dat is aangewezen in een kavelbesluit of een voorbereidingsbesluit als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, respectievelijk 9, eerste lid, van de Wet windenergie op zee.
2.
Onze Minister kan ontheffing verlenen van het verbod. De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend of daaraan kunnen voorschriften worden verbonden.
3.
Een ontheffing wordt slechts geweigerd in het belang van de elektriciteitsopwekking of de veiligheid.
4.
Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid.
K

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

2.
De uitvoerder meldt twee weken voor de uitvoering van het onderzoek dit voornemen aan de directeur Kustwacht.
L

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

M

In artikel 74, eerste lid, wordt «aanleggen, onderhouden, repareren of buiten gebruik stellen van een boorgat» vervangen door: aanleggen, uitbreiden, wijzigen, onderhouden, repareren en buiten gebruik stellen van een boorgat alsmede het stimuleren van een voorkomen via een boorgat.

N

In de artikelen 76, eerste lid, en 77, onderdeel a, wordt «aanleggen, repareren of buiten gebruik stellen van een boorgat» vervangen door: aanleggen, uitbreiden, wijzigen, repareren of buiten gebruik stellen van een boorgat alsmede het stimuleren van een voorkomen via een boorgat.

O

Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke gegevens, binnen welke termijn en in welke gevallen aan Onze Minister worden verstrekt.
P

Artikel 113, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

Q

Artikel 116 wordt als volgt gewijzigd:

3.
In afwijking van het tweede lid is artikel 10, eerste lid, onder c, van de Wet openbaarheid van bestuur van toepassing op de gegevens, bedoeld in artikel 108, eerste lid, onderdeel a, totdat een termijn van tien jaren is verstreken, indien:
  1. het verkenningsonderzoek niet is uitgevoerd door of in opdracht van een uitvoerder die voor het desbetreffende gebied over een vergunning beschikt om delfstoffen op te sporen, te winnen of op te slaan en
  2. de resultaten gedurende de termijn van tien jaren, bedoeld in de aanhef, tegen een redelijke vergoeding voor eenieder ter beschikking worden gesteld.
R

In artikel 161a, tweede lid, onderdeel d, wordt «als bedoeld in artikel 40, tweede lid, eerste volzin, van de Mijnbouwwet» vervangen door: en ontheffing als bedoeld in artikel 40, tweede lid, eerste volzin, respectievelijk, artikel 43, vierde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 40a

Artikel 45a

ARTIKEL II

Artikel I, onderdeel H, van het besluit van 21 december 2016 tot wijziging van het Mijnbouwbesluit in verband met bepalingen over retributies en afsplitsing van winningsvergunningen en enkele andere bepalingen (Stb. 2016, 557) treedt met betrekking tot artikel 161a, tweede lid, onderdeel h, in werking op 1 juli 2017.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.