Besluit van 21 april 2017 tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 januari 2017 nr. IenM/BSK-2016/242411, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Gelet op de artikelen 5.3, vierde lid, 5.7, eerste lid, en 5.8, tweede en derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en op artikel 58a, eerste lid, van de Wet op de economische delicten;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 maart 2017, nr. W14. 17.0010/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 18 april 2017, nr. IenM/BSK-2017/75414, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Hoofdstuk 7 komt te luiden:
B
Er worden twee bijlagen toegevoegd, luidende:
Artikel 7.1 Taken van de omgevingsdienst
Artikel 7.2 Uitvoerings- en handhavingsbeleid
Artikel 7.3 Uitvoeringsprogramma
Artikel 7.4 Uitvoeringsorganisatie
Artikel 7.5 Borging van middelen
De bestuursorganen, bedoeld in artikel 7.2, eerste en tweede lid, dragen er zorg voor dat:
Artikel 7.6 Monitoring
Artikel 7.7 Rapportage
Artikel 7.8 Verplichte aansluiting
Aan de verplichting, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, van de wet is in ieder geval voldaan, indien Onze Minister, Onze Minister van Veiligheid en Justitie en het algemeen bestuur van de omgevingsdiensten de gegevens die zij beheren in verband met de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, via het beveiligd digitaal systeem voor informatie-uitwisseling, voor de toepassing van dit besluit Inspectieview Milieu geheten, raadpleegbaar maken.
Artikel 7.9 Aanwijzing andere bestuursorganen
Als andere bestuursorganen als bedoeld in artikel 5.8, tweede lid, van de wet, worden aangewezen:
Artikel 7.10 Verplichtingen voor aangeslotenen
Artikel 7.11 Verantwoordelijke
Artikel 7.12 Kostenverdeling
ARTIKEL II
De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.