Wet van 22 maart 2017, houdende wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uitvoering van het Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012) (Trb. 2013, 72)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op bekrachtiging van het Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012) (Trb. 2013, 72) noodzakelijk is enige wijzigingen aan te brengen in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Titel 12 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1060 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Onder eigenaar worden in deze titel mede verstaan de huurder of bevrachter aan wie het schip voor eigen gebruik ter beschikking gesteld wordt, alsmede de exploitant van een schip.6.
Onder gevaarlijke stof wordt in deze titel en de daarop gebaseerde regelgeving verstaan de stof die als zodanig bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen; de aanwijzing kan worden beperkt tot bepaalde concentraties van de stof, tot bepaalde in de algemene maatregel van bestuur te omschrijven gevaren die aan de stof verbonden zijn, en tot bepaalde daarin te omschrijven situaties waarin de stof zich bevindt.B
In artikel 1062, eerste lid, onder a, wordt na «sluizen» ingevoegd: stuwen,.
ARTIKEL II
Deze wet is slechts van toepassing ten aanzien van aansprakelijkheid voortvloeiende uit ongevallen die zich na de inwerkingtreding van deze wet hebben voorgedaan.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.