Besluit van 8 juli 2015 tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (aanpassing woningwaarderingsstelsel in verband met de introductie van de waarde op grond van de Wet waardering onroerende zaken)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 16 januari 2015, nr. 2015-0000020857, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;
Gelet op artikel 10, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en artikel 37h van de Wet waardering onroerende zaken;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 maart 2015, nr. W04.15.0005/l);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 3 juli 2015, nr. 2015-0000188706, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8a komt te luiden:
Artikel 8a
De maximale huurprijsgrens, behorende bij de kwaliteit van een woonruimte, wordt met 15% vermeerderd, indien:- die woonruimte behoort tot een beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988,
- die woonruimte niet bestaat uit of deel uitmaakt van een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onder d, van die wet,
- die woonruimte is gebouwd voor 1945, en
- door de verhuurder noodzakelijkerwijs gelden zijn besteed voor de instandhouding van de monumentale waarde van die woonruimte.
B
Bijlage I, onderdeel A. Het waarderingsstelsel voor woonruimte welke een zelfstandige woning vormt, wordt als volgt gewijzigd:
-
Punten voor de WOZ-waarde:
- de voor de woning laatstelijk vastgestelde waarde op voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken met een minimum van € 40.000:bij: 1 punt per € 7.900 van die waarde,
- die waarde, gedeeld door het aantal m2 van de vertrekken en de overige ruimten, bedoeld in de onderdelen 1 en 2, en vervolgens gedeeld door € 120: bij: een aantal punten gelijk aan de uitkomst van de berekening.
C
Bijlage III vervalt.
Artikel 8a
De maximale huurprijsgrens, behorende bij de kwaliteit van een woonruimte, wordt met 15% vermeerderd, indien:
ARTIKEL II
In artikel 10, onderdeel f, van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken wordt «schaarstepunten» vervangen door: woningwaarderingspunten.
ARTIKEL III
Onverminderd het bepaalde in artikel 12, tweede lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte worden bij ministeriële regeling de op 30 september 2015 krachtens dat artikel geldende maximale huurprijsgrenzen voor zelfstandige woonruimten op 1 oktober 2015 geïndexeerd met –3,8%, met dien verstande dat de op basis daarvan berekende bedragen naar boven worden afgerond op hele eurocenten.
ARTIKEL IV
Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst zendt 2 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit besluit in de praktijk.
ARTIKEL V
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2015.