Besluit van 23 augustus 2017 tot het stellen van eisen aan de kwaliteit van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk (Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 mei 2017, nr. 2017-0000080440;
Gelet op de artikelen 1.45, vierde lid, 1.49, tweede lid, 1.50, tweede lid, 1.51a, vijfde lid, 1.56, tweede lid, 1.56b, tweede lid, 2.2, derde lid, 2.5, tweede lid, 2.6, tweede lid en 2.9a, vijfde lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2017, nr. W12.17.0150/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus 2017, 2017-0000133405;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Begrippen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2. Verantwoorde dagopvang
In het kader van het bieden van verantwoorde dagopvang, draagt de houder er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden:
Artikel 3. Pedagogisch beleid
Artikel 4. Veiligheid en gezondheid
Artikel 5. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Artikel 6. Opleidingseisen
Artikel 7. Aantal beroepskrachten
Artikel 8. Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers
Artikel 9. Stabiliteit van de opvang voor kinderen
Artikel 10. Eisen aan ruimtes
Artikel 11. Verantwoorde buitenschoolse opvang
In het kader van het bieden van verantwoorde buitenschoolse opvang, draagt de houder er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden:
Artikel 12. Pedagogisch beleid
Artikel 13. Veiligheid en gezondheid
Artikel 14. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Artikel 15. Opleidingseisen
Artikel 16. Aantal beroepskrachten
Artikel 17. Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers
Artikel 18. Stabiliteit van de opvang voor kinderen
Artikel 19. Eisen aan ruimtes
Artikel 19a. Verantwoord peuterspeelzaalwerk
In het kader van het bieden van verantwoord peuterspeelzaalwerk, draagt de houder er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden:
Artikel 19b. Pedagogisch beleid
Artikel 19c. Veiligheid en gezondheid
Artikel 19d. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Artikel 19e. Opleidingseisen
Artikel 19f. Aantal beroepskrachten
Artikel 19g. Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers
Artikel 19h. Stabiliteit van de opvang voor kinderen
Artikel 19i. Eisen aan ruimtes
Artikel 20. Wijziging artikel 1 Begrippen
In artikel 1 wordt het volgende begrip in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
Artikel 21. Wijziging artikel 3 Pedagogisch beleid
In artikel 3, derde lid, onderdeel c, vervalt «, en». Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «, en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- de afspraken, bedoeld in artikel 10, derde lid, vijfde en zesde zin, die de houder heeft gemaakt over een gedeeld gebruik van de buitenspeelruimte.
Artikel 22. Wijziging artikel 5 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
- een afwegingskader op basis waarvan het personeel het risico op en de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling weegt en dat het personeel in staat stelt te beoordelen of sprake is van dusdanig ernstig huiselijk geweld of ernstige kindermishandeling, dan wel van een vermoeden daarvan, dat een melding is aangewezen;.
- het toepassen van het afwegingskader, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b;
- het beslissen over:
- het doen van een melding, en
- het inzetten van de noodzakelijke hulp.
Artikel 23. Wijziging artikel 10 Eisen aan ruimtes
Artikel 10, derde lid, komt te luiden:
3.
De houder draagt er zorg voor dat aan ieder in het kindercentrum aanwezig kind ten minste 3 m2 vaste buitenspeelruimte wordt geboden. Voor kinderen in de leeftijd tot twee jaar is de buitenspeelruimte aangrenzend aan het kindercentrum. Voor kinderen van twee jaar of ouder is de buitenspeelruimte bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum, maar in ieder geval aangrenzend aan het gebouw waarin het kindercentrum is gevestigd. De buitenspeelruimte is gedurende de gehele dagopvang beschikbaar en exclusief toegankelijk voor de in het kindercentrum aanwezige kinderen. De houder kan, met inachtneming van artikel 3, derde lid, onder e, met een andere instantie afspraken maken over gedeeld gebruik van een buitenspeelruimte, waarbij in afwijking van de vierde zin kan worden bepaald dat de buitenspeelruimte vanwege het gedeeld gebruik niet gedurende de gehele dagopvang beschikbaar en exclusief toegankelijk is. In de afspraken wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de wijze waarop bij gedeeld gebruik van de buitenspeelruimte wordt geborgd dat sprake is van verantwoorde dagopvang als bedoeld in artikel 2.Artikel 24. Wijziging artikel 12 Pedagogisch beleid
In artikel 12, derde lid, onderdeel e, vervalt «, en». Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door «, en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- de afspraken, bedoeld in artikel 19, derde lid, vijfde en zesde zin, die de houder heeft gemaakt over een gedeeld gebruik van de buitenspeelruimte.
Artikel 25. Wijziging artikel 14 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
- een afwegingskader op basis waarvan het personeel het risico op en de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling weegt en dat het personeel in staat stelt te beoordelen of sprake is van dusdanig ernstig huiselijk geweld of ernstige kindermishandeling, dan wel van een vermoeden daarvan, dat een melding is aangewezen;.
- het toepassen van het afwegingskader, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b;
- het beslissen over:
- het doen van een melding, en
- het inzetten van de noodzakelijke hulp.
Artikel 26. Wijziging artikel 19 Eisen aan ruimtes
Artikel 19, derde lid, komt te luiden:
3.
De houder draagt er zorg voor dat aan ieder in het kindercentrum aanwezig kind ten minste 3 m2 vaste buitenspeelruimte wordt geboden. De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum. In het geval een buitenspeelruimte niet aangrenzend is, is deze gelegen in de directe nabijheid van het kindercentrum en voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is gedurende de gehele buitenschoolse opvang beschikbaar en exclusief toegankelijk voor de in het kindercentrum aanwezige kinderen. De houder kan, met inachtneming van artikel 12, derde lid, onder g, met een andere instantie afspraken maken over gedeeld gebruik van een buitenspeelruimte, waarbij in afwijking van de vierde zin kan worden bepaald dat de buitenspeelruimte vanwege het gedeeld gebruik niet gedurende de gehele buitenschoolse opvang beschikbaar en exclusief toegankelijk is. In de afspraken wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de wijze waarop bij gedeeld gebruik van de buitenspeelruimte wordt geborgd dat sprake is van verantwoorde buitenschoolse opvang als bedoeld in artikel 11.Artikel 27. Wijziging van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
Het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt de volgende begripsomschrijving in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
B
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
- een afwegingskader op basis waarvan gastouders het risico op en de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling wegen en dat hen in staat stelt te beoordelen of sprake is van dusdanig ernstig huiselijk geweld of ernstige kindermishandeling, dan wel van een vermoeden daarvan, dat een melding is aangewezen;.
- het toepassen van het afwegingskader, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b;
- het beslissen over:
- het doen van een melding, en
- het inzetten van de noodzakelijke hulp.
Artikel 28. Wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
Het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van hoofdstuk 1 komt te luiden:
B
Artikel 1 komt te luiden:
C
In hoofdstuk 1, vervalt paragraaf 2, inhoudende de artikelen 2 tot en met 6.
D
Hoofdstuk 2 komt te luiden:
E
Hoofdstuk 3, inhoudende de artikelen 21 tot en met 25, vervalt.
Artikel 1. Begrippen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 17. Overgangsrecht
Een certificaat als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang, zoals dat lid luidde op 31 december 2011, dat is verstrekt voor 1 januari 2012, geeft blijk van het voldoen aan de in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, bedoelde deskundigheidseis.
Artikel 18. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang.
Artikel 29. Wijziging van het Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
Het Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
- voor zover het om een kindercentrum gaat een veiligheids- en gezondheidsbeleid als bedoeld in de artikelen 4 en 13 van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, en voor zover het om een gastouderbureau gaat een risico-inventarisatie als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang.
B
In artikel 6, eerste lid, onder e, wordt «de artikelen 1.47, vierde lid, en 1.47a, eerste lid, van de wet» vervangen door: de artikelen 1.46, vijfde lid, en 1.47, derde lid, van de wet.
C
De aanhef van artikel 8, eerste lid, komt te luiden:
Het college kan besluiten tot intrekking van een beschikking en verwijdering van een kinderopvangvoorziening uit het register kinderopvang als bedoeld in artikel 1.46, vijfde en zesde lid, van de wet, indien:.D
Artikel 11, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
- een veiligheids- en gezondheidsbeleid als bedoeld in artikel 19c van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
E
Artikel 12, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
F
De aanhef van artikel 14, eerste lid, komt te luiden:
Het college kan besluiten tot intrekking van een beschikking en verwijdering van een peuterspeelzaal uit het register peuterspeelzaalwerk als bedoeld in artikel 2.3, vierde en vijfde lid, van de wet, indien:.Artikel 30. Wijziging van het Tijdelijk besluit experiment meertalige dagopvang en meertalig peuterspeelzaalwerk
In artikel 4, tweede lid, onder a, van het Tijdelijk besluit experiment meertalige dagopvang en meertalig peuterspeelzaalwerk, wordt «artikel 5 respectievelijk artikel 20 van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen» vervangen door: artikel 3 respectievelijk artikel 19b van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
Artikel 31. Overgangsbepaling veiligheids- en gezondheidsbeleid
Indien een houder op 1 januari 2018 een kindercentrum respectievelijk peuterspeelzaal exploiteert beschikt de houder, in afwijking van de artikelen 4, tweede lid, eerste zin, 13, tweede lid, eerste zin, respectievelijk 19c, tweede lid, eerste zin, op dat tijdstip over een schriftelijk vastgesteld veiligheids- en gezondheidsbeleid.
Artikel 32. Overgangsbepaling bijlagen
Artikel 33. Inwerkingtreding
Artikel 34. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.