Part of Smart Yellow Suite

WGK003424
Implementatie richtlijn 2012/29/EU minimumnormen slachtoffers

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 28 maart 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Implementatie van Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L315)

Samenvatting

Slachtoffers van misdrijven krijgen dezelfde minimum rechten in de Europese Unie. De richtlijn 2012/29/EU verplicht lidstaten zorg te dragen voor informatieverstrekking en ondersteuning, voor rechten om deel te nemen aan de strafprocedure, voor bescherming van slachtoffers en erkenning van slachtoffers en erkenning van slachtoffers met specifieke beschermingsbehoeften.

Documenten

stb-2017-90 (PDF)

Wet van 8 maart 2017, houdende implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L 315)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU, 14 november 2012, L 315) noodzaakt tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten:

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden:

B

Artikel 51a komt te luiden:

Artikel 51a
1.
In deze titel wordt verstaan onder:
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van een goede procesorde regels worden gesteld betreffende:
  1. het beperken van het aantal familieleden, dat aanspraak kan maken op de in deze titel opgenomen rechten, daarbij telkens rekening houdend met de specifieke omstandigheden, en
  2. het bepalen welke nabestaanden voorrang krijgen bij de uitoefening van de in deze titel opgenomen rechten.
C

Onder vernummering van de Tweede afdeling tot Derde afdeling wordt na artikel 51a en voor artikel 51b een afdelingsopschrift en de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

D

Artikel 51c wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het slachtoffer kan zich doen bijstaan door een advocaat, door zijn wettelijk vertegenwoordiger en tevens door een persoon naar keuze.
4.
De politie, de officier van justitie, de rechter-commissaris of de rechter kan de bijstand aan een slachtoffer door zijn wettelijk vertegenwoordiger of door een persoon naar keuze, dan wel de vertegenwoordiging van het slachtoffer door een wettelijk vertegenwoordiger of gemachtigde, weigeren in het belang van het onderzoek of het belang van het slachtoffer. Deze weigering wordt gemotiveerd.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld inzake de bijstand door een tolk, alsmede inzake de ondersteuning van het slachtoffer bij het begrijpen en bij het zelf worden begrepen bij zijn noodzakelijke contacten met de politie, het openbaar ministerie en de rechter.
E

Na artikel 51c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 51ca
1.
Het slachtoffer dat de Nederlandse taal niet of onvoldoende begrijpt kan verzoeken schriftelijke informatie waarop hij overeenkomstig artikel 51ac, tweede of derde lid, recht heeft, te laten vertalen in een voor hem begrijpelijke taal, indien en voor zover hij deze informatie noodzakelijk acht om zijn rechten in het strafproces te kunnen uitoefenen.
2.
De vertaling die aan het slachtoffer wordt verstrekt omvat, voor zover zijn verzoek hierop betrekking heeft, ten minste de schriftelijke informatie, bedoeld in artikel 51ac, eerste lid, onder a, b, d, f en g, voor zover deze informatie noodzakelijk is om zijn rechten in het strafproces te kunnen uitoefenen.
3.
Het slachtoffer dat de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst:
  1. kan verzoeken afschriften van processtukken waarvan hem de kennisneming is toegestaan overeenkomstig artikel 51b, schriftelijk te laten vertalen in een voor hem begrijpelijke taal, indien en voor zover hij deze processtukken noodzakelijk acht om zijn rechten te kunnen uitoefenen.
  2. kan de bijstand van een tolk verzoeken bij de kennisneming van processtukken waarvan hem de kennisneming is toegestaan overeenkomstig artikel 51b, ten behoeve van mondelinge vertaling in een voor hem begrijpelijke taal, indien en voor zover hij deze processtukken noodzakelijk acht om zijn rechten te kunnen uitoefenen.
4.
Het verzoek, bedoeld in het eerste of derde lid, onder a, wordt schriftelijk gedaan, omschrijft zo duidelijk mogelijk de schriftelijke informatie, de processtukken of gedeelten daarvan waarop het verzoek betrekking heeft en is met redenen omkleed.
5.
Tijdens het voorbereidend onderzoek wordt het verzoek, bedoeld in het eerste en derde lid, gericht aan de officier van justitie. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting wordt het verzoek gericht aan het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de zaak wordt vervolgd en na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting aan de officier van justitie.
6.
Indien de officier van justitie het verzoek, bedoeld in het eerste of derde lid, afwijst, deelt hij dit schriftelijk mee aan het slachtoffer. Het slachtoffer kan binnen veertien dagen na dagtekening van de mededeling daartegen een bezwaarschrift indienen bij de rechter-commissaris. Alvorens te beslissen, hoort de rechter-commissaris het slachtoffer en de officier van justitie.
7.
Indien het gerecht, bedoeld in het vijfde lid, het verzoek, bedoeld in het eerste of derde lid, afwijst, doet dit gerecht het slachtoffer daarvan op zijn verzoek schriftelijk mededeling.
8.
Onverminderd het eerste, tweede en derde lid, onder a, kan in plaats van een schriftelijke vertaling, bij wijze van uitzondering een mondelinge vertaling of samenvatting worden verstrekt van de schriftelijke informatie of processtukken die voor het slachtoffer noodzakelijk zijn om zijn rechten te kunnen uitoefenen, op voorwaarde dat de mondelinge vertaling of samenvatting de eerlijke procesvoering onverlet laat.
9.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld inzake vertaling van schriftelijke informatie en processtukken die aan het slachtoffer op zijn verzoek ter beschikking wordt gesteld.
F

Artikel 51d komt te luiden:

Artikel 51d
De artikelen 51a tot en met 51ca, met uitzondering van artikel 51aa, derde lid, onder b, zijn van overeenkomstige toepassing op personen, bedoeld in artikel 51f, tweede lid.
G

Artikel 51e wordt als volgt gewijzigd:

3.
Indien meer dan drie nabestaanden hebben meegedeeld dat zij van hun spreekrecht gebruik willen maken, en zij het onderling niet eens kunnen worden over wie van hen het woord zal voeren, beslist de voorzitter welke drie personen van het spreekrecht gebruik kunnen maken. De beslissing van de voorzitter laat onverlet dat de echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel het woord kunnen voeren ter uitoefening van het spreekrecht.
6.
Voor het slachtoffer dat feitelijk niet bij machte is het spreekrecht uit te oefenen, kan het spreekrecht over de gevolgen van het strafbaar feit waardoor deze is getroffen, worden uitgeoefend door de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere levensgezel en één van de andere familieleden van het slachtoffer als bedoeld in artikel 51a, eerste lid, onder b.
H

In artikel 51g, eerste lid wordt «artikel 51a, derde lid» vervangen door: artikel 51ac, tweede lid.

I

Artikel 51h wordt als volgt gewijzigd:

4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende herstelrechtvoorzieningen waaronder bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte of tussen het slachtoffer en de veroordeelde.
Ia

In artikel 116, eerste lid, wordt na «doet hij het voorwerp» ingevoegd: onverwijld.

J

Artikel 163 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Indien de aangever of diens gemachtigde de Nederlandse taal niet of onvoldoende begrijpt of spreekt, wordt hij in staat gesteld aangifte te doen in een taal die hij begrijpt of spreekt of ontvangt hij de nodige taalkundige bijstand.
5.
De aangever ontvangt een kopie van de aangifte dan wel een kopie van het proces-verbaal van aangifte.
6.
Indien het belang van het onderzoek dit vergt ontvangt de aangever een schriftelijke bevestiging van zijn aangifte, in afwijking van het bepaalde in het vijfde lid.
7.
De aangever ontvangt, indien hij de Nederlandse taal niet of onvoldoende begrijpt of spreekt, op zijn verzoek een vertaling van een schriftelijke bevestiging van de aangifte, in een taal die hij begrijpt.
K

In artikel 257d, vijfde lid, eerste volzin, wordt «artikel 51a, derde lid» vervangen door: artikel 51ac, tweede lid en eerste lid, onder d

L

Artikel 288a wordt als volgt gewijzigd:

2.
De voorzitter draagt zorg voor een correcte bejegening van het slachtoffer of diens vertegenwoordiger bedoeld in artikel 51e, vijfde of zesde lid.
M

Artikel 413 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Aan de benadeelde partij die zich in eerste aanleg in het geding heeft gevoegd en aan het slachtoffer dat daarom verzoekt wordt door de advocaat-generaal mededeling gedaan van de plaats, de datum en het tijdstip van de terechtzitting
N

Aan artikel 415 wordt een derde lid toegevoegd:

3.
De artikelen 51a, 51aa, eerste lid, 51ac, tweede en vierde tot en met zesde lid, 51b, 51c, 51ca, 51d en 51h, 258, zesde lid en 260, eerste en tweede lid, zijn op het rechtsgeding voor het gerechtshof van overeenkomstige toepassing.
O

Aan artikel 433 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

4.
Van elk ingesteld beroep in cassatie wordt kennisgegeven aan het slachtoffer dat daarom verzoekt, binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingesteld. Eveneens wordt van elke intrekking van een beroep in cassatie kennisgegeven aan het slachtoffer dat daarom verzoekt, binnen veertien dagen nadat dit beroep is ingetrokken.
P

Aan artikel 436 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

3.
Aan het slachtoffer dat daarom verzoekt wordt mededeling gedaan van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting waar de zaak inhoudelijk wordt behandeld, alsmede van de zitting waar de uitspraak wordt gedaan.
Q

Artikel 444 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 51a

Artikel 51aa

Artikel 51ab

Artikel 51ac

Artikel 51ca

Artikel 51d

De artikelen 51a tot en met 51ca, met uitzondering van artikel 51aa, derde lid, onder b, zijn van overeenkomstige toepassing op personen, bedoeld in artikel 51f, tweede lid.

ARTIKEL II

Aan artikel 1 van de Wet tarieven in strafzaken wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

5.
Indien door de justitie, al dan niet op verzoek van het slachtoffer, opdracht tot oproeping en bijstand van een tolk of vertaler is gegeven of bijstand van een tolk is verleend op grond van artikel 51c, vijfde lid, artikel 51ca, eerste, vierde of negende lid of op grond van artikel 163, derde of zevende lid, van het Wetboek van Strafvordering, dan komen de vergoedingen ten laste van ’s Rijks kas.

ARTIKEL III

In artikel 86, tweede lid, van de Waterschapswet wordt «artikel 51a» vervangen door: artikel 51f.

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 november 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden (34 082), tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden dan deze wet, dan komen in artikel I, de onderdelen G en L van deze wet te luiden:

ARTIKEL V

Indien het bij koninklijke boodschap van 24 november 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten in verband met het gebruik van elektronische processtukken (34 090) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden dan deze wet, dan wordt artikel I van deze wet als volgt gewijzigd:

8.
Waar deze wet voorziet in een verzoek van een slachtoffer, kan een schriftelijk verzoek langs elektronische weg worden overgedragen met behulp van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorziening.

ARTIKEL VI

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.