Besluit van 24 september 2020, houdende regels in verband met verdere flexibilisering van de loodsplicht (Loodsplichtbesluit 2021)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 25 maart 2020, nr. IENW/BSK-2020/49236, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op artikelen 16, vierde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, artikelen 22, eerste lid, en 25 van de Binnenvaartwet en artikelen 10, derde, vierde en vijfde lid, 11, eerste en tweede lid, en 12 van de Scheepvaartverkeerswet (nieuw);
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 mei 2020, nr. W17.20.0078/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 21 september 2020, nr. IENW/BSK-2020/173645, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Definities
Artikel 2. Zeehavengebieden en loodsplichtige scheepvaartwegen
Artikel 3. Categorale vrijstelling loodsplicht
Artikel 4. Algemene bepalingen betreffende PEC’s
Artikel 5. Bepalingen in verband met het op aanvraag verlenen van een PEC
Artikel 6. Opleiding en examinering van modules
Artikel 7. Opleiding en examinering van modules door de regionale loodsencorporaties
Artikel 8. Beperkingen die aan een PEC verbonden kunnen worden
Aan een PEC kunnen per traject of per daarop aangeduide zeeschepen, een of meer van de volgende beperkingen worden verbonden:
Artikel 9. Voorschriften met betrekking tot het gebruik van een PEC
Artikel 10. Overige voorschriften voor de houder van een PEC
Artikel 11. Toezicht op de houder van een PEC
Artikel 12. Taken en bevoegdheden van de regionale autoriteit
Artikel 13. Ontheffing van de loodsplicht voor schepen die werkzaamheden verrichten
Artikel 14. Ontheffing van de loodsplicht in overige gevallen
Artikel 15. Ad-hoc-loodsplicht
Indien er sprake is van een situatie waarin de weersomstandigheden of omstandigheden met betrekking tot het schip, de opvarenden, de lading, de scheepvaart of de scheepvaartweg het noodzakelijk maken dat van de diensten van een loods gebruik wordt gemaakt, kan door de bevoegde autoriteit, een loodsplicht worden opgelegd aan:
Artikel 16. Gebruik van meer dan een loods of loodsen op afstand
In situaties als bedoeld in artikel 15 kan de kapitein van een zeeschip door de bevoegde autoriteit worden verplicht van meer dan een loods gebruik te maken of, voor zover de loods zijn functie niet aan boord van het te loodsen schip kan uitoefenen, gebruik te maken van adviezen van een loods gegeven vanaf een ander schip of vanaf de wal.
Artikel 17. Wijze van opleggen van ad-hoc-loodsplicht
Een loodsplicht als bedoeld in dit hoofdstuk wordt door middel van een verkeersaanwijzing als bedoeld in artikel 1 van de Scheepvaartverkeerswet mondeling door de bevoegde autoriteit via de marifoon aan de kapitein opgelegd en wordt op verzoek schriftelijk bevestigd. De bevoegde autoriteit stelt de betreffende regionale loodsencorporatie hiervan in kennis.
Artikel 18. Experimenteerbepaling
Artikel 19. Verplichtingen van de kapitein
Artikel 20. Overgangsbepalingen in verband met behoud van eerder verkregen bevoegdheden verklaringhouders en ontheffinghouders
De bevoegde autoriteit verleent uiterlijk op 31 december 2021, aan de persoon die op de dag voorafgaande aan het moment van inwerkingtreding van dit besluit in het bezit is van:
Artikel 21. Overgangsbepaling in verband met opheffen Register loodsplicht kleine zeeschepen
Artikel 22. Overgangsbepaling in verband met wijziging vrijstelling voor werkschepen
Artikel 23. Strafbepaling
Overtreding van de bij of krachtens de artikelen 4, 8 tot en met 10, 13 tot en met 19, 21, derde lid, en 22, derde lid, gestelde regels is een strafbaar feit.
Artikel 24. Omhangbepaling
Na inwerkingtreding van dit besluit berust de Regeling meldingen en communicatie scheepvaart mede op artikel 19, vijfde lid, van dit besluit.
Artikel 25. Bepaling ten behoeve van samenloop met verdragswetgeving Schelderegio
Indien wijzigingen van de op het Scheldereglement berustende besluiten niet gelijktijdig in werking treden met dit besluit, kunnen voor het zeehavengebied Scheldemonden als genoemd in artikel 2, eerste lid, onder f, nadere en zo nodig van dit besluit afwijkende regels worden gesteld ter bevordering van de gewenste samenloop van Nederlandse- en verdragswetgeving inzake onderwerpen die in dit besluit worden geregeld.
Artikel 26. Wijziging Arbeidsomstandighedenbesluit
In artikel 1.19 van het Arbeidsomstandighedenbesluit vervalt «, of in de haven van Scheveningen».
Artikel 27. Wijziging Besluit markttoezicht registerloodsen
De definitie van «bevoegde autoriteit» in artikel 1.1. van het Besluit markttoezicht registerloodsen, komt als volgt te luiden:
Artikel 28. Wijziging Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren
Het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren wordt als volgt gewijzigd:
A
De definitie van «bevoegde autoriteit» in artikel 1.1 komt te luiden:
B
Hoofdstuk 4 vervalt.
Artikel 29. Wijziging Besluit uitzonderingen oorlogsschepen Scheepvaartverkeerswet
In artikel 1 van het Besluit uitzonderingen oorlogsschepen Scheepvaartverkeerswet wordt «dat zich bevindt op de in de bijlage van de Scheepvaartverkeerswet genoemde scheepvaartwegen» vervangen door: dat zich bevindt op de scheepvaartwegen die deel uitmaken van een zeehavengebied als bedoeld in artikel 10, eerste, tweede en derde lid, van de Scheepvaartverkeerswet en de daarop berustende bepalingen.
Artikel 30. Wijziging Binnenvaartbesluit
Het Binnenvaartbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 12, tweede lid, onderdeel d, komt als volgt te luiden:
- zeeschepen, niet zijnde een sleepboot:
- die gebruik dienen te maken van een loods en zich bevinden op de scheepvaartwegen, bedoeld in de artikel 10, eerste, tweede, derde en vierde lid, van de Scheepvaartverkeerswet en de daarop berustende bepalingen;
- die van de loodsplicht zijn vrijgesteld of ontheven op grond van artikel 11, eerste lid, van de Scheepvaarverkeerswet en zich bevinden op de scheepvaartwegen, bedoeld onder 1°.
B
Artikel 17, derde lid, onderdeel b, komt als volgt te luiden:
- niet zijnde een sleepboot:
- die gebruik dienen te maken van een loods en zich bevinden op de scheepvaartwegen, bedoeld in de artikel 10, eerste, tweede, derde en vierde lid, van de Scheepvaartverkeerswet en de daarop berustende bepalingen;
- die van de loodsplicht zijn vrijgesteld of ontheven op grond van artikel 11, eerste lid, van de Scheepvaarverkeerswet en zich bevinden op de scheepvaartwegen, bedoeld onder 1°.
Artikel 31. Intrekken van besluiten
Artikel 32. Inwerkingtreding
Artikel 33. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Loodsplichtbesluit 2021.