Besluit van 15 december 2014, houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen van bouwwerken en het gebruik van bestaande bouwwerken in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES Bouwbesluit)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 28 oktober 2014, nr. 2014-0000551251 CZW;
Gelet op de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel b, 2.3, eerste en tweede lid, 2.4, tweede lid, 2.7 en 10.9 van de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES en 2 en 120 van de Woningwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 december 2014, nr.W04.14.0392/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 10 december 2014, nr. 2014-0000662488, CZW;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 1.2 Nieuwbouw en bestaande bouw
Artikel 1.3 Verbouw
Op het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de hoofdstukken 2 tot en met 4 van toepassing. Het bestuurscollege kan hiervan ontheffing verlenen.
Artikel 1.4 Aanvraagprocedure bouwvergunning
Artikel 1.5 Bouwen van beperkte betekenis
Als bouwen van beperkte betekenis als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, onderdeel b, van de wet wordt aangemerkt:
Artikel 1.6 Melding en vergunning brandveilig gebruik
Artikel 2.1 Constructieve veiligheid bij algemene belastingcombinaties
Een bouwwerk heeft een constructie die voldoende bestand is tegen de gecombineerde permanente belasting, veranderlijke belasting en wind.
Artikel 2.2 Constructieve veiligheid bij buitengewone belastingcombinaties
Een bouwwerk heeft een constructie die niet disproportioneel bezwijkt door de gecombineerde permanente belasting, veranderlijke belasting en de relevante incidentele belastingen.
Artikel 2.3 Constructieve veiligheid bij brand
Een bouwwerk heeft een constructie die zodanig is dat het bouwwerk bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is.
Artikel 2.4 Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan
Een bouwwerk heeft voorzieningen waardoor het vallen van personen van een vloer, een trap of een hellingbaan zo veel mogelijk wordt voorkomen.
Artikel 2.5 Overbruggen van hoogteverschillen
Een bouwwerk heeft voorzieningen voor het veilig overbruggen van hoogteverschillen door personen.
Artikel 2.6 Energie
Een voorziening van een bouwwerk voor het afnemen en gebruiken van energie is veilig.
Artikel 2.7 Ontwikkeling van brand en rook
Een bouwwerk is zodanig dat brand en rook niet snel ontstaan en zich niet snel kunnen ontwikkelen.
Artikel 2.8 Beperking van uitbreiding van brand
Een bouwwerk is zodanig dat de kans op een snelle uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt.
Artikel 2.9 Beperking van verspreiding van rook
Een bouwwerk is zodanig dat verspreiding van rook voldoende wordt beperkt.
Artikel 2.10 Vluchtroutes bij brand
Een bouwwerk heeft zodanige vluchtroutes dat bij brand een veilige plaats kan worden bereikt.
Artikel 2.11 Noodverlichting
Een bouwwerk heeft een zodanige verlichtingsinstallatie dat het bouwwerk veilig kan worden verlaten.
Artikel 2.12 Brandmeldinstallaties
Een bouwwerk heeft zodanige voorzieningen dat brand tijdig kan worden ontdekt zodat veilig kan worden gevlucht.
Artikel 2.13 Voorzieningen voor vluchten
Een bouwwerk heeft zodanige voorzieningen dat het vluchten tijdig kan beginnen.
Artikel 2.14 Voorzieningen bestrijding van brand
Een bouwwerk heeft zodanige voorzieningen voor de bestrijding van brand, dat brand binnen een redelijke tijd kan worden bestreden.
Artikel 2.15 Bereikbaarheid hulpverleningsdiensten
Een bouwwerk is zodanig bereikbaar voor hulpverleningsdiensten dat tijdig bluswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd en hulp kan worden verleend.
Artikel 3.1 Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas
Een bouwwerk met een opstelplaats voor een verbrandingstoestel heeft zodanige voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas, dat een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen.
Artikel 3.2 Watervoorziening
Een voorziening voor drinkwater of warm water van een bouwwerk beïnvloedt de gezondheid niet nadelig.
Artikel 3.3 Afvoervoorziening
Een bouwwerk heeft een zodanige voorziening voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of hemelwater dat het water zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid kan worden afgevoerd.
Artikel 4.1 Toegankelijkheid
Een voor publiek toegankelijk bouwwerk heeft, afhankelijk van de bestemming en voor zover dit technisch en economisch haalbaar is, voorzieningen waarmee het voor publiek toegankelijke deel van dit bouwwerk toegankelijk is voor mindervaliden.
Artikel 5.1 Voorkomen van brandgevaar en ontwikkeling van brand
Het gebruik van een bouwwerk, open erf of terrein is zodanig dat het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie en de ontwikkeling van brand wordt voorkomen.
Artikel 5.2 Veilig vluchten bij brand
Het gebruik van een bouwwerk is zodanig dat bij brand veilig kan worden gevlucht.
Artikel 5.3 Overige bepaling veilig en gezond gebruik
Het gebruik van een bouwwerk, open erf of terrein is zodanig dat hinder, gezondheidsrisico’s en andere veiligheidsrisico’s dan brandveiligheidsrisico’s voor personen in voldoende mate worden beperkt.
Artikel 6.1 Aanschrijving
Indien de staat of het gebruik van een bestaand bouwwerk tot gevaar voor de gezondheid of veiligheid kan leiden, kan het bestuurscollege degene die als eigenaar dan wel uit andere hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen aan dat bouwwerk verplichten tot het binnen een door het bestuurscollege te bepalen termijn treffen van dusdanige voorzieningen dat er geen sprake meer kan zijn van gevaar voor de gezondheid of veiligheid.
Artikel 6.2 Nadere voorschriften
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent het bepaalde in de hoofdstukken 2 tot en met 5 en artikel 6.1.
Artikel 7.1
In artikel 5.6 van het Bouwbesluit 2012 wordt «eerste tot en met vierde lid» telkens vervangen door: eerste tot en met zevende lid.
Artikel 8.1 Overgangsrecht
Met betrekking tot een aanvraag om bouwvergunning of gebruiksvergunning, of een gebruiksmelding, ingediend of gedaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, alsmede met betrekking tot enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een beslissing omtrent een dergelijke aanvraag of melding, blijft het recht dat gold op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend of de melding werd gedaan van toepassing.
Artikel 8.2 Inwerkingtreding
Artikel 8.3 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: BES Bouwbesluit.