WGK002065
Wet bestrijding maritieme ongevallen (vervanging van de Wet BON, ter implementatie wrakopruimingsverdrag)
Updates ontvangen over deze regeling? Log in
Overheid.nl - XML - JSON
| Type | Wet |
|---|---|
| Fase | Bekendmaking |
| Ministerie | Infrastructuur en Waterstaat |
| Datum uitgave | 28 maart 2015 |
| Datum inwerkingtreding | - |
| Per KB | Ja |
Opschrift
Regels ten aanzien van de bestrijding van maritieme ongevallen, met inbegrip van wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten, ter uitvoering van het op 18 mei 2007 tot stand gekomen Verdrag van Nairobi inzake het opruimen van wrakken (Wet bestrijding maritieme ongevallen)
Samenvatting
Regels ten aanzien van de bestrijding van maritieme ongevallen, met inbegrip van wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten, ter uitvoering van het Verdrag van Nairobi inzake het opruimen van wrakken (zie voor het verdrag de samenvatting die is opgenomen bij de Rijksgoedkeuringswet wrakopruimingsverdrag)
Documenten
Wet van 14 oktober 2015, houdende regels ten aanzien van de bestrijding van maritieme ongevallen, met inbegrip van wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten, ter uitvoering van het op 18 mei 2007 tot stand gekomen Verdrag van Nairobi inzake het opruimen van wrakken (Wet bestrijding maritieme ongevallen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het nodig is nieuwe regels te stellen over de bestrijding van maritieme ongevallen, onder intrekking van de Wet bestrijding ongevallen Noordzee, en Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek alsmede enige andere wetten te wijzigen, ter uitvoering van het op 18 mei 2007 te Nairobi tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake het opruimen van wrakken, 2007 (Trb. 2008, 115);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2
Artikel 3
Indien het schip toebehoort aan een rederij die een boekhouder heeft aangesteld, of indien er sprake is van rompbevrachting, treedt de boekhouder, onderscheidenlijk de rompbevrachter voor de toepassing van paragraaf 2.2 en hoofdstuk 3 en, in samenhang daarmee, de hoofdstukken 4 en 5 en de daarop berustende bepalingen in de plaats van de geregistreerde eigenaar.
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Indien bij een maritiem ongeval als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder 1° tot en met 4°, een Nederlands schip is betrokken dat zich bevindt in een deel van het Verdragsgebied dat onder buitenlandse jurisdictie staat, maakt de kapitein of de exploitant van het schip daarvan zo spoedig mogelijk melding aan de bevoegde autoriteit van de getroffen staat, en verstrekt daarbij de gegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Verdrag. Zodra door de kapitein of de exploitant van het schip aan de meldplicht uit hoofde van dit artikel is voldaan, is de ander daarvan ontslagen.
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Indien Onze Minister overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag heeft vastgesteld dat een wrak een gevaar vormt:
Artikel 11
Alvorens het opruimen aanvangt, kan Onze Minister in een tot de geregistreerde eigenaar gerichte beschikking voorschriften vastleggen voor dit opruimen, uitsluitend voor zover dat nodig is om te waarborgen dat het opruimen geschiedt in overeenstemming met overwegingen betreffende de veiligheid en de bescherming van het mariene milieu.
Artikel 12
Wanneer het opruimen door de geregistreerde eigenaar is aangevangen, kan Onze Minister besluiten tot optreden bij het opruimen voor zover dat nodig is om te waarborgen dat dit doeltreffend geschiedt, in overeenstemming met overwegingen betreffende de veiligheid en de bescherming van het mariene milieu.
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
De kapitein of de geregistreerde eigenaar van een schip dat is betrokken bij een maritiem ongeval in de Nederlandse territoriale zee neemt, onverminderd artikel 9, de nodige maatregelen om gevaar als gevolg van dat ongeval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken, en verleent alle nodige medewerking aan de toepassing van maatregelen als bedoeld in artikel 16.
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Onze Minister oefent zijn bevoegdheid op grond van artikel 11, 12, 13, 16 of 18 ten aanzien van een schip dat zich in de Noordzee bevindt niet uit dan in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat, tenzij zich een situatie voordoet die onmiddellijk ingrijpen nodig maakt.
Artikel 21
Artikel 22
Artikel 23
Ten behoeve van de goede uitvoering van deze wet met betrekking tot schepen, met inbegrip van wrakken, die zich bevinden in de Noordzee wordt bij besluit van Onze Minister, handelend in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede aangaat, een plan vastgesteld inzake de organisatie en de coördinatie van de bestrijding van gevaar in of vanuit de Noordzee.
Artikel 24
Indien Onze Minister ingevolge artikel 11, 12, 13, 16 of 18 een schip naar een Nederlandse haven heeft doen brengen, vergoedt Onze Minister de redelijke kosten van die maatregelen van het daartoe bevoegde gezag die redelijkerwijs nodig zijn om het gevaar verbonden aan het brengen van het schip naar en het verblijf in de haven te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken.
Artikel 25
Artikel 26
Artikel 27
De overeenkomst tot verstrekking van financiële zekerheid ten aanzien van een schip dat teboekstaat in Nederland of in een staat die geen partij is bij het Verdrag, voldoet aan het volgende:
Artikel 28
Artikel 29
Onze Minister wijst een verzoek als bedoeld in artikel 28 af indien de overgelegde gegevens of stukken onvoldoende of onjuist zijn of de overeenkomst tot verstrekking van financiële zekerheid niet voldoet aan de daaraan in artikel 27 gestelde eisen.
Artikel 30
Artikel 31
Artikel 32
Artikel 33
Artikel 34
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld betreffende de voor de afgifte van een certificaat als bedoeld in artikel 28 verschuldigde vergoeding en de wijze van betaling daarvan.
Artikel 35
Artikel 36
Artikel 37
Artikel 38
De Nederlandse strafwet is, waar nodig met inachtneming van artikel 220 en afdeling 7 van Deel XII van het VN-Zeerechtverdrag en onverminderd het recht van andere staten om overeenkomstig het VN-Zeerechtverdrag of het Verdrag tot rechtsvervolging over te gaan, mede toepasselijk op ieder die zich aan boord van een Nederlands schip buiten Nederland schuldig maakt aan overtreding van de bij of krachtens artikel 5, 6, 9, eerste lid, onderdeel a, 15 of 17 gestelde regels.
Artikel 39
De toepasselijkheid van deze wet wordt beperkt door de in het Verdrag en het overige internationaal zeerecht erkende uitzonderingen.
Artikel 40
De uitvoering van deze wet geschiedt met inachtneming van de relevante bepalingen van de IMO-richtsnoeren betreffende de billijke behandeling van zeelieden bij een ongeval op zee in de onder hun jurisdictie vallende wateren.
Artikel 41
Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 541 wordt «afdeling 5» vervangen door: «de afdelingen 5 en 6».
B
Aan titel 6 wordt een afdeling toegevoegd, luidende:
C
Na afdeling 12 van titel 20 wordt een afdeling toegevoegd, luidende:
Artikel 655
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Artikel 656
Artikel 657
Artikel 658
Artikel 1833b
Het recht kosten uit hoofde van afdeling 6 van titel 6 te verhalen vervalt wanneer niet binnen drie jaar na de datum waarop het gevaar is vastgesteld in overeenstemming met afdeling 6 van titel 6 een vordering wordt ingesteld. In geen geval kunnen vorderingen echter worden ingesteld na zes jaar na de datum van het maritiem ongeval dat tot het wrak heeft geleid. Indien het maritiem ongeval bestaat uit een reeks feiten, loopt de termijn van zes jaar vanaf de datum van het eerste feit.
Artikel 42
Artikel 12a van de Wrakkenwet komt te luiden als volgt:
Artikel 12a
Met betrekking tot een wrak waarop de Wet bestrijding maritieme ongevallen van toepassing is, zijn:de artikelen 1 tot en met 4 en 10 tot en met 12 niet van toepassing;de artikelen 5 tot en met 8 van toepassing op de markering en opruiming daarvan overeenkomstig die wet.Artikel 12a
Met betrekking tot een wrak waarop de Wet bestrijding maritieme ongevallen van toepassing is, zijn:
de artikelen 1 tot en met 4 en 10 tot en met 12 niet van toepassing;
de artikelen 5 tot en met 8 van toepassing op de markering en opruiming daarvan overeenkomstig die wet.
Artikel 43
De Waterwet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 5.28, tweede lid, komt te luiden:
2.
Artikel 5.29, eerste lid, tweede volzin, is niet van toepassing op gevaar dat uitgaat van een wrak in de zin van de Wet bestrijding maritieme ongevallen dat zich bevindt in de Noordzee dan wel wordt veroorzaakt door voorvallen of omstandigheden als bedoeld in artikel 16 of 18 van die wet.B
Aan artikel 7.21 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidend:
4.
Dit artikel is niet van toepassing op de kosten van lokaliseren, markeren en opruimen van een wrak in de zin van de Wet bestrijding maritieme ongevallen.Artikel 44
De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:
A
In de alfabetische rangschikking van artikel 7 van bijlage 2 wordt ingevoegd: Wet bestrijding maritieme ongevallen.
B
In de alfabetische rangschikking van artikel 11 van bijlage 2 wordt ingevoegd: Wet bestrijding maritieme ongevallen.
Artikel 45
Artikel 2:2, eerste lid, onderdeel d, van de Arbeidstijdenwet komt te luiden:
Artikel 46
Artikel 1a van de Wet op de economische delicten wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 47
De Wet bestrijding ongevallen Noordzee wordt ingetrokken.
Artikel 48 Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 49
Deze wet wordt aangehaald als: Wet bestrijding maritieme ongevallen.
Besluit van 16 december 2015, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet bestrijding maritieme ongevallen (Stb. 2015, 399)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 14 december 2015, nr. IenM/BSK-2015/190258, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 48 van de Wet bestrijding maritieme ongevallen (Stb. 2015, 399);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De Wet bestrijding maritieme ongevallen (Stb. 2015, 399) treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.