Part of Smart Yellow Suite

WGK002022
Modernisering bemanningsvoorschriften zeevisserij op niveau AMvB en implementatie van het STCW-F-verdrag

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 30 juli 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

modernisering van de bemanningsvoorschriften voor de zeevisserij, met inbegrip van implementatie van enkele verdragsbepalingen, en opneming van die bemanningsvoorschriften in het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart, gepaard gaande met aanpassing van de citeertitel van dat besluit en intrekking van het Besluit zeevisvaartbemanning

Samenvatting

Modernisering van de bemanningsvoorschriften voor de zeevisvaart en integratie daarvan in het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart Het gaat vooral om bemanningssamenstelling en beroepskwalificaties. Daarbij worden voorschriften van het visserijbemanningsverdrag van de IMO (bekend als "STCW-F') over de opleiding en certificering van de bemanning verwerkt.

Documenten

stb-2019-44 (PDF)

Besluit van 31 januari 2019 tot wijziging van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart in verband met een modernisering van de bemanningsvoorschriften voor de zeevisvaart, met inbegrip van de uitvoering van verdragsbepalingen vanwege de ratificatie van het STCW F-verdrag

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 juli 2018, nr. IenW/BSK-2018/126011, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 4, derde lid, 16, 17, eerste lid, 18, derde lid, 19, eerste lid, 19a, eerste en tweede lid, 22, eerste lid, 25, eerste lid, 25b, eerste lid, 34, eerste lid, 36, 40, tweede lid, 44, eerste lid, 48a, vierde lid, en 64 van de Wet zeevarenden;

Gelet op het op 19 juni 1959 te Genève tot stand gekomen Verdrag Nr. 113 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende het geneeskundig onderzoek van vissers (Trb. 1964, 44) het op 7 juli 1995 te Londen tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende de normen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst voor personeel van vissersschepen, 1995 (Trb. 2013, 218) alsmede Richtlijn nr. 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PbEG L 113);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 oktober 2018, nr. W17.18.0225/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 28 januari 2019, nr. IENW/BSK-2019/4399, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. voortstuwingsvermogen: totale maximale vermogen, uitgedrukt in kilowatt, dat staat vermeld op certificaten en bijbehorende uitrustingsrapporten en aanhangsels afgegeven in overeenstemming met de Schepenwet;.
2.
Voorts wordt in dit besluit en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:
  1. beperkt vaargebied vissersvaartuigen: het gebied omvattende alle wateren tot 30 zeemijlen uit de kust, gemeten vanaf de Franse, Belgische, Nederlandse, Duitse en Deense basislijnen in het zuiden begrensd door de lijn Calais-Dover, in het noorden door de parallel van 57° Noorderbreedte, alsmede het gebied omvattende alle wateren tot 30 zeemijlen uit de kust, gemeten vanaf de basislijn van Helgoland;
  2. onbeperkt vaargebied vissersvaartuigen: het gebied omvattende het beperkt vaargebied vissersvaartuigen en alle wateren daarbuiten;
  3. STCW F-verdrag: het op 7 juli 1995 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de normen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst voor personeel op zeevissersvaartuigen, 1995 (Trb. 2013, 218).
3.
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder kennis mede begrepen: inzicht en vaardigheden.
B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2
1.
Dit besluit is niet van toepassing ten aanzien van zeilschepen met een lengte (L) van minder dan 12 meter.
2.
Dit besluit is, met uitzondering van artikel 40a, eerste lid, en hoofdstuk 6 niet van toepassing ten aanzien van vissersvaartuigen met een lengte (L) van minder dan 12 meter.
C

Na artikel 2 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Onverminderd het eerste lid kunnen op een vaarbevoegdheidsbewijs voor een functie in de handelsvaart of zeilvaart dan wel in de zeevisvaart in elk geval de aanvullingen en beperkingen worden opgenomen die bij die functie zijn vermeld in enige bepaling van paragraaf 2 onderscheidenlijk 3.
E

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a
1.
Onze Minister kan een vaarbevoegdheidsbewijs of een bekwaamheidsbewijs dat is afgegeven door een bevoegde autoriteit van een staat die partij is bij het STCW F-verdrag erkennen, indien gewaarborgd is dat volledig wordt voldaan aan de vereisten van bekwaamheid, afgifte en erkenning van het STCW F-verdrag.
2.
Onze Minister is bevoegd aan de tot het verstrekken en ontvangen van informatie bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of het STCW F-verdrag, informatie te verstrekken en van deze te ontvangen omtrent de verlening van een vaarbevoegdheidsbewijs op grond van het STCW F-verdrag.
F

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

G

Het opschrift van hoofdstuk 3, paragraaf 2 komt te luiden:

H

Na artikel 10 wordt in paragraaf 2 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a
Deze paragraaf is niet van toepassing op de vereisten voor de verkrijging van vaarbevoegdheidsbewijzen voor functies op vissersvaartuigen.
I

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Onverminderd artikel 8 geeft het bezit van het kennisbewijs stuurman-werktuigkundige SW4 of kennisbewijs werktuigkundige alle vissersvaartuigen W4, tezamen met:
  1. het certificaat basisveiligheid;
  2. het certificaat reddingmiddelen;
  3. het certificaat brandbestrijding voor gevorderden; en
  4. het certificaat medische eerste hulp aan boord,
de aanvrager die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functies:
  1. wachtwerktuigkundige alle schepen;
  2. tweede werktuigkundige schepen met minder dan 3.000 kW voortstuwingsvermogen; en
  3. tweede werktuigkundige alle schepen met de beperking tot aannemersmaterieel.
J

Artikel 13, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

K

Artikel 16, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

L

Artikel 17, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

M

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

N

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

O

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

P

Na artikel 28 worden een opschrift en negen artikelen ingevoegd, luidende:

Q

In artikel 29 wordt na «22 tot en met 28» ingevoegd «, en 28h».

R

Na artikel 31 wordt een opschrift ingevoegd, luidende:

S

Aan artikel 40 wordt een lid toegevoegd, luidende:

8.
Het eerste tot en met zevende lid zijn niet van toepassing op vissers.
T

Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40a
1.
Elke visser is in het bezit van het certificaat basisveiligheid voor vissers.
2.
Elke visser krijgt, alvorens hij zijn taak aan boord aanvangt, voldoende informatie en instructie ten einde:
  1. met de overige opvarenden over elementaire veiligheidszaken te kunnen spreken, begrip te hebben van de veiligheidssymbolen en de alarmseinen te kennen;
  2. voldoende bekend te zijn met de aanwezige uitrusting en de bediening ervan, met inbegrip van de te nemen veiligheidsmaatregelen voordat hij de uitrusting gebruikt.
  3. te weten wat te doen indien:
    1. iemand over boord valt;
    2. vuur of rook wordt ontdekt; en
    3. het sein «brandalarm» of «schip verlaten» wordt gegeven;
  4. te weten waar de reddingsgordels zich bevinden en hoe deze om te doen;
  5. alarm te slaan en bekend te zijn met het gebruik van handbrandblussers;
  6. te weten wat te doen bij een ongeluk voordat hulp wordt ingeroepen;
  7. de brand- en waterdichte deuren, met uitzondering van die ter afsluiting van openingen in de romp, te kunnen sluiten en openen; en
  8. te kunnen vaststellen waar de verzamelplaatsen bij het sein «schip verlaten», de plaatsen van inscheping in de reddingmiddelen en de ontsnappingsroutes bij noodgevallen zich bevinden.
U

Aan artikel 41 wordt een lid toegevoegd, luidende:

7.
Het eerste tot en met zesde lid zijn niet van toepassing op vissers.
V

Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Wanneer aan een vissersvaartuig een bemanningscertificaat is afgegeven voor onbeperkt vaargebied vissersvaartuigen, is, in afwijking van het eerste lid, iedere visser die is aangewezen om medische hulp aan boord van het vissersvaartuig te verlenen, in het bezit van het certificaat medische eerste hulp aan boord.
W

In artikel 93, tweede lid, onderdeel d, wordt na «IMO-nummer» ingevoegd «of ingeval het ontbreken daarvan het CFR-nummer bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) Nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (PbEU L 5/25)».

X

Artikel 97, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

  1. degene die aantoont dat hij een zee-arbeidsovereenkomst of zee-arbeidsovereenkomst in de zeevisserij is aangegaan of zal aangaan dan wel dat hij deelneemt of zal deelnemen aan een maatschapsovereenkomst of vennootschap onder firma in de zeevisserij;.
Y

In artikel 107, derde lid, wordt na «beperkt vaargebied» ingevoegd «dan wel met andere in die verklaring te vermelden beperkingen».

Z

In artikel 117, eerste lid, wordt «elk schip» vervangen door «een schip, niet zijnde een vissersvaartuig».

AA

Na artikel 117 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 117a
1.
De schipper van een vissersvaartuig draagt er zorg voor dat voor het ondernemen van een reis een voldoende aantal bemanningsleden in het bezit is van het certificaat reddingmiddelen.
2.
De schipper wijst een visser, die in het bezit is van het certificaat reddingmiddelen, aan die de leiding heeft over de te gebruiken groepsreddingmiddelen van een vissersvaartuig.
3.
De schipper wijst tevens een visser, die in het bezit is van het certificaat reddingmiddelen, aan als plaatsvervanger van de visser, bedoeld in het tweede lid.
Artikel 118
De schipper van een vissersvaartuig draagt er zorg voor dat het wachtpersoneel de beginselen van een veilige wacht in acht neemt, overeenkomstig hoofdstuk IV van het STCW F-verdrag.
AB

In artikel 120, eerste lid, wordt na «belast zijn met» ingevoegd «het beheer en».

AC

In artikel 121, eerste lid, wordt na «STCW-Code» ingevoegd «of, in geval van een vissersvaartuig, hoofdstuk II, onderdeel 4, van het STCW F-verdrag».

AD

In artikel 122, aanhef, wordt na «scheepsbeheerder» ingevoegd «, niet zijnde een scheepsbeheerder van een vissersvaartuig,».

AE

Na artikel 123 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 123a
De schipper en officieren die belast zijn met de brugwacht op een vissersvaartuig van 24 meter of meer waarvoor een bemanningscertificaat is afgegeven voor onbeperkt vaargebied vissersvaartuigen, hebben toereikende kennis van de Engelse taal, waardoor zij in staat zijn kaarten en andere zeevaartkundige publicaties te gebruiken, weerkundige gegevens en berichten met betrekking tot de veiligheid en het gebruik van het vissersvaartuig te begrijpen, en te communiceren met andere schepen of en tussen het vissersvaartuig en de autoriteiten te land. Tevens zijn zij in staat de IMO Standard Marine Communication Phrases (IMO Multilingual Glossary on IMO Standard Marine Communication Phrases, Terminology & Reference Section (TRS) Conference Division International Maritime Organization (SMCP)) te begrijpen en te gebruiken. Deze aspecten zijn onderdeel eisen in de kwalificatiedossiers van de opleidingen voor visserijofficieren.
AF

In hoofdstuk 8 wordt na artikel 124 een opschrift en een artikel ingevoegd, luidende:

AG

Na artikel 125cc wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

AH

In artikel 126 wordt «Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart» vervangen door «Besluit zeevarenden».

Artikel 2

Artikel 2a

Artikel 2b

Bij regeling van Onze Minister kan na overleg met de betrokken organisaties van scheepsbeheerders en vissers aanvulling van het aantal bemanningsleden worden voorgeschreven indien de inrichting, de uitrusting, de lengte (L), het voortstuwingsvermogen, de wijze van voortstuwing of de bestemming van het vissersvaartuig daartoe aanleiding geven.

Artikel 2c

Artikel 9a

Artikel 10a

Deze paragraaf is niet van toepassing op de vereisten voor de verkrijging van vaarbevoegdheidsbewijzen voor functies op vissersvaartuigen.

Artikel 28a

Artikel 28b

Artikel 28c

Artikel 28d

Artikel 28e

Artikel 28f

Artikel 28g

Artikel 28h

Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie wachtlopend gezel zeevisvaart heeft de aanvrager de leeftijd van 16 jaar bereikt, is hij in het bezit van:

Artikel 28i

Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de ervaring of vaartijd wordt bepaald en vastgelegd.

Artikel 40a

Artikel 117a

Artikel 118

De schipper van een vissersvaartuig draagt er zorg voor dat het wachtpersoneel de beginselen van een veilige wacht in acht neemt, overeenkomstig hoofdstuk IV van het STCW F-verdrag.

Artikel 123a

De schipper en officieren die belast zijn met de brugwacht op een vissersvaartuig van 24 meter of meer waarvoor een bemanningscertificaat is afgegeven voor onbeperkt vaargebied vissersvaartuigen, hebben toereikende kennis van de Engelse taal, waardoor zij in staat zijn kaarten en andere zeevaartkundige publicaties te gebruiken, weerkundige gegevens en berichten met betrekking tot de veiligheid en het gebruik van het vissersvaartuig te begrijpen, en te communiceren met andere schepen of en tussen het vissersvaartuig en de autoriteiten te land. Tevens zijn zij in staat de IMO Standard Marine Communication Phrases (IMO Multilingual Glossary on IMO Standard Marine Communication Phrases, Terminology & Reference Section (TRS) Conference Division International Maritime Organization (SMCP)) te begrijpen en te gebruiken. Deze aspecten zijn onderdeel eisen in de kwalificatiedossiers van de opleidingen voor visserijofficieren.

Artikel 124a

Deze paragraaf is van toepassing op houders van vaarbevoegdheidsbewijzen en verklaringen voor het dienstdoen op andere schepen dan vissersvaartuigen.

Artikel 125dd

Deze paragraaf is van toepassing voor het dienstdoen op vissersvaartuigen.

Artikel 125ee

Artikel 125ff

Een certificaat basis veiligheidstraining vissersvaartuigen als bedoeld in artikel 44 van het Besluit zeevisvaartbemanning dat onmiddellijk voor het in artikel 125ee bedoelde tijdstip geldig was, wordt uitsluitend ten behoeve van de zeevisvaart gelijkgesteld met een certificaat basisveiligheid voor vissers als bedoeld in artikel 40a.

Artikel 125gg

Een certificaat sloepsgast als bedoeld in artikel 79 van het Besluit zeevisvaartbemanning wordt voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in de artikelen 40, tweede lid, en 117a, eerste en tweede lid, genoemde certificaat reddingmiddelen.

Artikel 125hh

Een certificaat medische eerste hulp aan boord of een certificaat medische zorg aan boord als bedoeld in artikel 47 van het Besluit zeevisvaartbemanning dat onmiddellijk voor het in artikel 125ee bedoelde tijdstip geldig was, wordt voor de op grond van dat besluit op dat tijdstip resterende geldigheidsduur, gelijkgesteld met een certificaat medische eerste hulp aan boord onderscheidenlijk medische zorg aan boord als bedoeld in artikel 42, eerste lid.

Artikel 125ii

Een diploma scheepskok als bedoeld in artikel 48 van het Besluit zeevisvaartbemanning dat onmiddellijk voor het in artikel 125ee bedoelde tijdstip geldig was, wordt voor de op grond van dat besluit op dat tijdstip resterende geldigheidsduur, gelijkgesteld met een bekwaamheidsbewijs scheepskok als bedoeld in artikel 120, tweede lid.

Artikel 125jj

Artikel 43 van het Besluit zeevisvaartbemanning blijft van kracht tot vijf jaar na het in artikel 125ee bedoelde tijdstip.

Artikel 125kk

In afwijking van artikel 28h is een wachtlopend gezel tot vijf jaar na het in artikel 125ee bedoelde tijdstip niet verplicht te beschikken over een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie wachtlopend gezel zeevisvaart.

ARTIKEL II

In artikel 8c, tweede lid, onder b, van het Loodsplichtbesluit wordt «Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart» vervangen door «Besluit zeevarenden».

ARTIKEL III

Het Besluit zeevisvaartbemanning wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

Het Wijzigingsbesluit Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart, enz. (herziening stelsel van geneeskundige verklaringen) wordt ingetrokken.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.