Wet van 8 april 2020, houdende regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen en de kadasters op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de kadasterfunctie die ondergebracht is bij de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onder de verantwoordelijkheid van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers komt;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Deze wet is van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel 2
Artikel 3
In ieder van de openbare lichamen is een onderdeel van de Dienst aanwezig, belast met de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 7. Deze onderdelen ressorteren onder het bestuur van de Dienst.
Artikel 4
Artikel 5
Het bestuur van de Dienst bepaalt:
Artikel 6
De Kadasters hebben, onverminderd het bepaalde in andere wettelijke voorschriften, als doeleinden:
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
Stukken ter verkrijging van inschrijving van feiten die betrekking hebben op onroerende zaken of de rechten waaraan deze onderworpen zijn, worden aangeboden aan de Kadasters van het openbaar lichaam waarbinnen de onroerende zaken waarop de in te schrijven feiten betrekking hebben, zijn gelegen.
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Na de inschrijving, bedoeld in artikel 18, eerste lid, worden de ter inschrijving aangeboden stukken aan de aanbieder teruggegeven nadat zij door de bewaarder zijn voorzien van een aantekening, vermeldende het kantoor, dag, uur en minuut van aanbieding, alsmede het deel van het desbetreffende register waarin en het nummer waaronder in dat deel de opberging van het afschrift is geschied, of ingeval artikel 16, zevende lid, toepassing heeft gevonden, de verwijzing naar de plaats waaronder de desbetreffende mechanische reproductie is opgeborgen.
Artikel 20
Artikel 21
Artikel 22
Artikel 23
Het bestuur van de Dienst stelt de vorm vast van het bewijs van ontvangst, bedoeld in artikel 18 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES, alsmede regels omtrent de wijze waarop op dat bewijs de verrichte inschrijving desverlangd wordt aangetekend, bedoeld in artikel 19, derde lid, van Boek 3 van dat wetboek.
Artikel 24
Artikel 25
Ingeval het ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft op een bepaald reeds eerder ingeschreven stuk, bevat het een verwijzing naar dit eerdere stuk overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.
Artikel 26
Artikel 27
Artikel 28
Artikel 29
Indien een ter inschrijving aangeboden stuk niet een of meer van de gegevens die in de artikelen 25 tot en met 28 voor een zodanig stuk zijn voorgeschreven vermeldt en het naar zijn aard niet voor aanvulling vatbaar is, wordt de vermelding van de ontbrekende gegevens in een nadere, door degene die de inschrijving verlangt ondertekende, verklaring alsnog op het stuk gesteld of daaraan gehecht.
Artikel 30
Artikel 31
Artikel 32
Artikel 33
Artikel 34
Ter inschrijving van de aanvaarding van een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving of van de verwerping van een nalatenschap, wordt een door de griffier getekende verklaring aangeboden, inhoudende de verklaring betreffende de aanvaarding of verwerping die krachtens artikel 1055 of artikel 1083 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES ter griffie is afgelegd.
Artikel 35
Ter inschrijving van de afstand van een huwelijksgemeenschap, wordt een door de griffier getekend uittreksel uit het huwelijksgoederenregister aangeboden, inhoudende de verklaring betreffende de afstand, die krachtens artikel 104 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES in het huwelijksgoederenregister is ingeschreven.
Artikel 36
Artikel 37
Op de inschrijving van reglementen en andere regelingen die tussen medegerechtigden in registergoederen zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing:
Artikel 38
Artikel 39
Artikel 40
Ter inschrijving van een verjaring, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 43 opgemaakte verklaring of een authentiek afschrift daarvan aangeboden, inhoudende dat naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt, de verjaring is ingetreden, alsmede:
Artikel 41
Artikel 42
Artikel 43
Artikel 44
Artikel 45
Ter inschrijving van de instelling van een rechtsmiddel tegen een rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 44 is dat artikel van overeenkomstige toepassing. Indien het ingestelde rechtsmiddel een beroep in cassatie is, wordt aangeboden een door de griffier van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Curaçao, Aruba, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba of door de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden getekende verklaring dat beroep in cassatie is ingesteld.
Artikel 46
Ter inschrijving van de waardeloosheid van een overeenkomstig artikel 44 of artikel 45 verkregen inschrijving, kan ook worden aangeboden:
Artikel 47
Artikel 48
Op de inschrijving van stukken tot verbetering van onjuistheden en onvolledigheden in ingeschreven stukken zijn de bepalingen gegeven bij of krachtens dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 49
Indien het ter inschrijving aangeboden stuk waarin het in te schrijven feit is opgenomen, niet voldoet aan de vereisten, gesteld in de artikelen 24 tot en met 48, kan het met ontbrekende gegevens worden aangevuld door een verklaring aan de voet van het stuk, ondertekend door degene die bevoegd is tot het opmaken en ondertekenen van een zodanig stuk, een en ander voor zover de aard van het stuk zich daartegen niet verzet.
Artikel 50
Artikel 51
Artikel 52
Artikel 53
Artikel 54
Artikel 55
Artikel 56
Artikel 57
De eigenaar, de beperkt gerechtigde en de gebruiker van een privéschip zijn verplicht te gedogen dat daarop een brandmerk als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder c, wordt aangebracht ter uitvoering van aan de Kadasters opgedragen taken.
Artikel 58
Artikel 59
Artikel 60
Het bestuur van de Dienst bepaalt of en in welke gevallen van beschikkingen inzake de bijhouding een kennisgeving wordt verstuurd aan belanghebbenden.
Artikel 61
Een belanghebbende kan bezwaar of beroep instellen tegen een beschikking inzake de bijhouding nadat die bijhouding is voltooid.
Artikel 62
Artikel 63
Artikel 64
Artikel 65
Artikel 66
Artikel 67
Artikel 68
Vernieuwing vindt plaats op grond van veranderingen, voor zover deze blijken uit in de openbare registers ingeschreven akten van vernieuwing als bedoeld in artikel 73.
Artikel 69
Het voorstel van vernieuwing als bedoeld in artikel 72, derde lid, geldt als een beschikking als bedoeld in artikel 3 van de Wet administratieve rechtspraak BES.
Artikel 70
In bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen is de Dienst bevoegd te onderzoeken of de gegevens betreffende de rechtstoestand, de grootte en feitelijke gesteldheid van onroerende zaken, alsmede de gegevens betreffende de rechtstoestand van de rechten waaraan deze onroerende zaken onderworpen zijn, die zijn weergegeven in de kadastrale registratie en de aan de kadastrale kaart ten grondslag liggende bescheiden juist en volledig zijn.
Artikel 71
Artikel 72
Artikel 73
Artikel 74
Artikel 75
Artikel 76
Artikel 77
Artikel 78
Het bestuur van de Dienst stelt vast:
Artikel 79
Het bestuur van de Dienst stelt regels vast omtrent de wijze waarop vergissingen, verzuimen of andere onregelmatigheden, begaan door de bewaarder bij de inschrijving van stukken in de openbare registers, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder a tot en met c, bij het stellen daarin van aantekeningen, daaronder begrepen doorhalingen van inschrijvingen in die registers, bij de boeking van stukken in de registers van voorlopige aantekeningen, of bij de doorhaling van voorlopige aantekeningen, worden hersteld.
Artikel 80
Artikel 27 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES is niet van toepassing ingeval de verstrekking van inlichtingen ingevolge dit hoofdstuk persoonsgegevens betreft.
Artikel 81
Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van personen die in de kadastrale registratie, de registratie voor schepen en in de registratie voor luchtvaartuigen vermeld staan, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor een daarbij aangewezen soort of daarbij aangewezen soorten van persoonsgegevens beperkingen worden gesteld ten aanzien van de verstrekking van inlichtingen als bedoeld in de artikelen 75 tot en met 79. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld voor de behandeling van verzoeken tot afscherming van persoonsgegevens.
Artikel 82
Artikel 83
Artikel 84
Artikel 85
Artikel 86
De Organisatiewet Kadaster wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 komt de begripsomschrijving van Onze Minister te luiden:
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
De Dienst is werkzaam in het Europese deel van Nederland en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.C
Artikel 16, vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:
- Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie;.
D
Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het personeel van de Kadasters, bedoeld in artikel 3, van de Kadasterwet BES.Artikel 87
Artikel 30 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES komt te luiden:
Artikel 30
Onverminderd de aansprakelijkheden van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 84 van de Kadasterwet BES, is de Staat der Nederlanden aansprakelijk, wanneer iemand ten gevolge van omstandigheden die naar redelijkheid en billijkheid niet voor zijn rekening komen, door toepassing van een der artikelen 24, 25 of 27 zijn recht verliest.Artikel 30
Onverminderd de aansprakelijkheden van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 84 van de Kadasterwet BES, is de Staat der Nederlanden aansprakelijk, wanneer iemand ten gevolge van omstandigheden die naar redelijkheid en billijkheid niet voor zijn rekening komen, door toepassing van een der artikelen 24, 25 of 27 zijn recht verliest.
Artikel 88
De kadastrale registratie omvat mede het kadaster, bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet, voor zover zij betrekking heeft op gebouwde en ongebouwde eigendommen in het betreffende openbaar lichaam.
Artikel 89
Artikel 90
Artikel 91
De tarieven, bedoeld in artikel 3 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven van kracht tot het tijdstip waarop de vergoedingen, bedoeld in artikel 82, overeenkomstig artikel 83 zijn vastgesteld.
Artikel 92
De handelingen van het Kadaster, bedoeld in artikel 1 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, met betrekking tot het verrichten van de taken, bedoeld in artikel 2 van die wet, en de handelingen van de bewaarder, bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare registers BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, met betrekking tot het inschrijven van stukken in de openbare registers op grond van artikel 8 van die wet, die hebben plaatsgevonden tussen 10 oktober 2010 en het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet, worden geacht rechtsgeldig verricht te zijn indien het niet rechtsgeldig zijn van deze handelingen gelegen is in het enkele feit dat deze handelingen zijn verricht door personen die niet werkzaam waren voor het Kadaster, bedoeld in artikel 1 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, maar wel belast waren met de taken, bedoeld in artikel 2 van die wet of artikel 8 van de Wet openbare registers BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.
Artikel 93
Artikel 94
Artikel 95
De Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES en de Wet openbare registers BES worden ingetrokken.
Artikel 96
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 97
Deze wet wordt aangehaald als: Kadasterwet BES.