Part of Smart Yellow Suite

WGK001966
Kadasterwet BES

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Datum uitgave 2 oktober 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wet houdende regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen, alsmede met betrekking tot het kadaster voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES)

Samenvatting

Dit voorstel voorziet erin dat de drie kadasters op de BES-eilanden onder de verantwoordelijkheid van Kadaster Nederland zullen worden gebracht. Daartoe worden de huidige Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES en de Wet openbare registers BES ondergebracht in een nieuwe Kadasterwet BES. Deze nieuwe wet zal voorzien in een nieuwe governancestructuur voor de drie kadasters op de BES-eilanden, waarin Kadaster Nederland een plaats krijgt. Inhoudelijk zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij de regelgeving die nu op de BES-eilanden geldt.

Documenten

stb-2020-149 (PDF)

Wet van 8 april 2020, houdende regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen en de kadasters op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de kadasterfunctie die ondergebracht is bij de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onder de verantwoordelijkheid van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers komt;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Deze wet is van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2

Artikel 3

In ieder van de openbare lichamen is een onderdeel van de Dienst aanwezig, belast met de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 7. Deze onderdelen ressorteren onder het bestuur van de Dienst.

Artikel 4

Artikel 5

Het bestuur van de Dienst bepaalt:

Artikel 6

De Kadasters hebben, onverminderd het bepaalde in andere wettelijke voorschriften, als doeleinden:

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Stukken ter verkrijging van inschrijving van feiten die betrekking hebben op onroerende zaken of de rechten waaraan deze onderworpen zijn, worden aangeboden aan de Kadasters van het openbaar lichaam waarbinnen de onroerende zaken waarop de in te schrijven feiten betrekking hebben, zijn gelegen.

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Na de inschrijving, bedoeld in artikel 18, eerste lid, worden de ter inschrijving aangeboden stukken aan de aanbieder teruggegeven nadat zij door de bewaarder zijn voorzien van een aantekening, vermeldende het kantoor, dag, uur en minuut van aanbieding, alsmede het deel van het desbetreffende register waarin en het nummer waaronder in dat deel de opberging van het afschrift is geschied, of ingeval artikel 16, zevende lid, toepassing heeft gevonden, de verwijzing naar de plaats waaronder de desbetreffende mechanische reproductie is opgeborgen.

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Het bestuur van de Dienst stelt de vorm vast van het bewijs van ontvangst, bedoeld in artikel 18 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES, alsmede regels omtrent de wijze waarop op dat bewijs de verrichte inschrijving desverlangd wordt aangetekend, bedoeld in artikel 19, derde lid, van Boek 3 van dat wetboek.

Artikel 24

Artikel 25

Ingeval het ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft op een bepaald reeds eerder ingeschreven stuk, bevat het een verwijzing naar dit eerdere stuk overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Indien een ter inschrijving aangeboden stuk niet een of meer van de gegevens die in de artikelen 25 tot en met 28 voor een zodanig stuk zijn voorgeschreven vermeldt en het naar zijn aard niet voor aanvulling vatbaar is, wordt de vermelding van de ontbrekende gegevens in een nadere, door degene die de inschrijving verlangt ondertekende, verklaring alsnog op het stuk gesteld of daaraan gehecht.

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Ter inschrijving van de aanvaarding van een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving of van de verwerping van een nalatenschap, wordt een door de griffier getekende verklaring aangeboden, inhoudende de verklaring betreffende de aanvaarding of verwerping die krachtens artikel 1055 of artikel 1083 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES ter griffie is afgelegd.

Artikel 35

Ter inschrijving van de afstand van een huwelijksgemeenschap, wordt een door de griffier getekend uittreksel uit het huwelijksgoederenregister aangeboden, inhoudende de verklaring betreffende de afstand, die krachtens artikel 104 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES in het huwelijksgoederenregister is ingeschreven.

Artikel 36

Artikel 37

Op de inschrijving van reglementen en andere regelingen die tussen medegerechtigden in registergoederen zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing:

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Ter inschrijving van een verjaring, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 43 opgemaakte verklaring of een authentiek afschrift daarvan aangeboden, inhoudende dat naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt, de verjaring is ingetreden, alsmede:

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Ter inschrijving van de instelling van een rechtsmiddel tegen een rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 44 is dat artikel van overeenkomstige toepassing. Indien het ingestelde rechtsmiddel een beroep in cassatie is, wordt aangeboden een door de griffier van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Curaçao, Aruba, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba of door de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden getekende verklaring dat beroep in cassatie is ingesteld.

Artikel 46

Ter inschrijving van de waardeloosheid van een overeenkomstig artikel 44 of artikel 45 verkregen inschrijving, kan ook worden aangeboden:

Artikel 47

Artikel 48

Op de inschrijving van stukken tot verbetering van onjuistheden en onvolledigheden in ingeschreven stukken zijn de bepalingen gegeven bij of krachtens dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 49

Indien het ter inschrijving aangeboden stuk waarin het in te schrijven feit is opgenomen, niet voldoet aan de vereisten, gesteld in de artikelen 24 tot en met 48, kan het met ontbrekende gegevens worden aangevuld door een verklaring aan de voet van het stuk, ondertekend door degene die bevoegd is tot het opmaken en ondertekenen van een zodanig stuk, een en ander voor zover de aard van het stuk zich daartegen niet verzet.

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

De eigenaar, de beperkt gerechtigde en de gebruiker van een privéschip zijn verplicht te gedogen dat daarop een brandmerk als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder c, wordt aangebracht ter uitvoering van aan de Kadasters opgedragen taken.

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Het bestuur van de Dienst bepaalt of en in welke gevallen van beschikkingen inzake de bijhouding een kennisgeving wordt verstuurd aan belanghebbenden.

Artikel 61

Een belanghebbende kan bezwaar of beroep instellen tegen een beschikking inzake de bijhouding nadat die bijhouding is voltooid.

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Vernieuwing vindt plaats op grond van veranderingen, voor zover deze blijken uit in de openbare registers ingeschreven akten van vernieuwing als bedoeld in artikel 73.

Artikel 69

Het voorstel van vernieuwing als bedoeld in artikel 72, derde lid, geldt als een beschikking als bedoeld in artikel 3 van de Wet administratieve rechtspraak BES.

Artikel 70

In bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen is de Dienst bevoegd te onderzoeken of de gegevens betreffende de rechtstoestand, de grootte en feitelijke gesteldheid van onroerende zaken, alsmede de gegevens betreffende de rechtstoestand van de rechten waaraan deze onroerende zaken onderworpen zijn, die zijn weergegeven in de kadastrale registratie en de aan de kadastrale kaart ten grondslag liggende bescheiden juist en volledig zijn.

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Het bestuur van de Dienst stelt vast:

Artikel 79

Het bestuur van de Dienst stelt regels vast omtrent de wijze waarop vergissingen, verzuimen of andere onregelmatigheden, begaan door de bewaarder bij de inschrijving van stukken in de openbare registers, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder a tot en met c, bij het stellen daarin van aantekeningen, daaronder begrepen doorhalingen van inschrijvingen in die registers, bij de boeking van stukken in de registers van voorlopige aantekeningen, of bij de doorhaling van voorlopige aantekeningen, worden hersteld.

Artikel 80

Artikel 27 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES is niet van toepassing ingeval de verstrekking van inlichtingen ingevolge dit hoofdstuk persoonsgegevens betreft.

Artikel 81

Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van personen die in de kadastrale registratie, de registratie voor schepen en in de registratie voor luchtvaartuigen vermeld staan, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor een daarbij aangewezen soort of daarbij aangewezen soorten van persoonsgegevens beperkingen worden gesteld ten aanzien van de verstrekking van inlichtingen als bedoeld in de artikelen 75 tot en met 79. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld voor de behandeling van verzoeken tot afscherming van persoonsgegevens.

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

De Organisatiewet Kadaster wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt de begripsomschrijving van Onze Minister te luiden:

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

De Dienst is werkzaam in het Europese deel van Nederland en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
C

Artikel 16, vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:

  1. Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie;.
D

Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het personeel van de Kadasters, bedoeld in artikel 3, van de Kadasterwet BES.

Artikel 87

Artikel 30 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES komt te luiden:

Artikel 30
Onverminderd de aansprakelijkheden van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 84 van de Kadasterwet BES, is de Staat der Nederlanden aansprakelijk, wanneer iemand ten gevolge van omstandigheden die naar redelijkheid en billijkheid niet voor zijn rekening komen, door toepassing van een der artikelen 24, 25 of 27 zijn recht verliest.

Artikel 30

Onverminderd de aansprakelijkheden van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 84 van de Kadasterwet BES, is de Staat der Nederlanden aansprakelijk, wanneer iemand ten gevolge van omstandigheden die naar redelijkheid en billijkheid niet voor zijn rekening komen, door toepassing van een der artikelen 24, 25 of 27 zijn recht verliest.

Artikel 88

De kadastrale registratie omvat mede het kadaster, bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet, voor zover zij betrekking heeft op gebouwde en ongebouwde eigendommen in het betreffende openbaar lichaam.

Artikel 89

Artikel 90

Artikel 91

De tarieven, bedoeld in artikel 3 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven van kracht tot het tijdstip waarop de vergoedingen, bedoeld in artikel 82, overeenkomstig artikel 83 zijn vastgesteld.

Artikel 92

De handelingen van het Kadaster, bedoeld in artikel 1 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, met betrekking tot het verrichten van de taken, bedoeld in artikel 2 van die wet, en de handelingen van de bewaarder, bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare registers BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, met betrekking tot het inschrijven van stukken in de openbare registers op grond van artikel 8 van die wet, die hebben plaatsgevonden tussen 10 oktober 2010 en het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet, worden geacht rechtsgeldig verricht te zijn indien het niet rechtsgeldig zijn van deze handelingen gelegen is in het enkele feit dat deze handelingen zijn verricht door personen die niet werkzaam waren voor het Kadaster, bedoeld in artikel 1 van de Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, maar wel belast waren met de taken, bedoeld in artikel 2 van die wet of artikel 8 van de Wet openbare registers BES, zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel 93

Artikel 94

Artikel 95

De Wet kadaster en registratie onroerende zaken en beperkte rechten BES en de Wet openbare registers BES worden ingetrokken.

Artikel 96

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 97

Deze wet wordt aangehaald als: Kadasterwet BES.

stb-2021-487 (PDF)

Besluit van 30 september 2021 tot wijziging van bijlage 1 bij de Wet normering topinkomens in verband met wijzigingen met betrekking tot de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 september 2021, nr. 2021-0000464436, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 1.3, tweede lid, van de Wet normering topinkomens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 september 2021, nr. W04.21.0280/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 september 2021, nr. 2021-0000492270, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Bijlage 1. bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, van de Wet normering topinkomens wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt het volgende gewijzigd:

B

Onder het opschrift Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt het volgende gewijzigd:

  1. Platform Talent voor Technologie (PTvT) te Utrecht.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.