Part of Smart Yellow Suite

WGK001947
Rijkswet nationaliteit zeeschepen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 26 maart 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

De Rijkswet nationaliteit zeeschepen heeft 3 doelen: 1. De landen binnen het Koninkrijk hebben de wens de bestaande, verouderde en versnipperde wetgeving op het gebied van de nationaliteit van zeeschepen en de afgifte van zeebrieven te vervangen door uniforme voorschriften binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 91 en 94 van het VN-Zeerechtverdrag en aan artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van het Statuut. 2. Verder worden onnodige belemmeringen voor het bedrijfsleven weggenomen die momenteel in de weg staan aan een doelmatige en flexibele exploitatie van zeeschepen. De landen van het Koninkrijk worden gefaciliteerd in het versterken van de concurrentiepositie van de rederijen in die landen. 3. Tot slot wordt het bestuursrechtelijk instrumentarium ten aanzien van de registratie van zeeschepen gemoderniseerd en uitgebreid, waaronder de bevoegdheid om de registratie van een schip te weigeren of door te halen en daarmee de nationaliteit van een schip te ontnemen. Een ontkoppeling tussen de teboekstelling en de nationaliteitverlening is hiervoor noodzakelijk.

Documenten

stcrt-2018-7534 (PDF)
stb-2023-157 (PDF)

Rijkswet van 8 juni 2022, houdende regels omtrent de verkrijging en het verlies van de nationaliteit van zeeschepen (Rijkswet nationaliteit zeeschepen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met inachtneming van de artikelen 91, 92, eerste lid, en 94 van het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) nieuwe regels te stellen omtrent verlening van de nationaliteit van het Koninkrijk aan een zeeschip en het recht de nationaliteitsvlag te voeren;

Zo is het, dat Wij, de afdeling Advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze rijkswet wordt verstaan onder:

Artikel 2 – Toepassingsbereik

Deze rijkswet is niet van toepassing op:

Artikel 3 – Vlagregister

Artikel 4 – Gegevens vlagregister

Artikel 5 – Nationaliteit van het Koninkrijk en vlagvoering

Artikel 6 – Aanvraag registratie zeeschepen

Artikel 7 – Voorwaarden voor registratie van zeeschepen door een reder

Onverminderd artikel 8 zijn de eisen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, de volgende:

Artikel 8 – Vertegenwoordiging

Artikel 9 – Voorwaarden voor registratie zeeschip door een rompbevrachter

Artikel 10 – Voorwaarden voor registratie zeeschip door een eigenaar

De eisen, bedoeld in artikel 6, derde lid, zijn de volgende:

Artikel 11 – Informatieplicht

Artikel 12 – Weigering van registratie

Artikel 13 – Doorhaling van registratie

Artikel 14 – Voorwaarden voor doorhaling van registratie

In afwijking van artikel 13, derde en vierde lid, vindt doorhaling in het vlagregister niet plaats indien naar het oordeel van Onze Minister wie het aangaat, na overleg met de betrokken Minister van Justitie, sprake is van belemmering van opsporingsonderzoek naar of vervolging van een of meer van de in artikel 13, derde of vierde lid, onderdeel d, genoemde strafbare feiten.

Artikel 15 – Berichtgeving beheerder register van teboekstelling

Artikel 16 – Inzage gegevens en afgifte verklaringen

Artikel 17 – Afgifte en verval zeebrief

Artikel 18 – Inhoud zeebrief

Artikel 19 – Inzenden van vervallen zeebrief

De vervallen zeebrief wordt door de reder, rompbevrachter of eigenaar met de eerste gelegenheid ingezonden aan Onze Minister wie het aangaat.

Artikel 20 – Verplichting kapitein

Bij het aandoen van een haven, ongeacht waar ter wereld, toont de kapitein van een in het vlagregister ingeschreven zeeschip op verzoek van de bevoegde autoriteit een geldige zeebrief.

Artikel 21 – Voorlopige, buitengewone en bijzondere zeebrieven

Artikel 22 – Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze rijkswet zijn belast:

Artikel 23 – Vordering afgifte

Een ambtenaar als bedoeld in artikel 22 is bevoegd afgifte te vorderen van bij of krachtens deze rijkswet vereiste documenten die zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 24 – Medewerkingplicht

In Aruba, Curaçao of Sint Maarten, alsmede in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verschaft de reder, rompbevrachter, diens vertegenwoordiger, of eigenaar ten aanzien van een zeeschip dat in het vlagregister is opgenomen desgevraagd onverwijld aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 22, alle gegevens die zij redelijkerwijs behoeven voor de uitoefening van de taken die hen zijn opgedragen bij of krachtens deze rijkswet.

Artikel 25 – Vertrouwelijkheid

In Aruba, Curaçao of Sint Maarten, alsmede in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is eenieder die betrokken is bij de uitvoering van deze rijkswet en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 26 – Strafbepaling, administratieve rechtsbescherming en bescherming persoonsgegevens

Artikel 27 – Verhouding tot landswetgeving

De landen nemen bij hun wetgeving en bestuur de bepalingen van deze rijkswet in acht.

Artikel 28 – Inschrijving vlagregister bestaande zeeschepen

Artikel 29 – Geldigheid afgegeven zeebrieven

Een op grond van artikel 4 of 4a van de Zeebrievenwet, artikel 6, eerste lid, van het Curaçaosch Zeebrievenbesluit 1933, onderscheidenlijk artikel 15, eerste lid, van het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten afgegeven zeebrief, die gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze rijkswet, geldt als een zeebrief afgegeven op grond van deze rijkswet.

Artikel 30 – Ingediende aanvragen

Een aanvraag als bedoeld in artikelen 311a, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel, artikel 4 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, artikel 9 van het Curaçaosch Zeebrievenbesluit 1933, onderscheidenlijk de artikelen 2 of 8 van het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten, waarover op het tijdstip van inwerkingtreding van deze rijkswet nog geen besluit is genomen, wordt vanaf dat tijdstip aangemerkt als een aanvraag als bedoeld in artikel 6 van deze rijkswet.

Artikel 31 – Wijziging SOLAS-verdrag

Artikel 32

De Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 33

Artikel 1 van de Rijkswet Vaarplicht wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 33a

Artikel 1, eerste lid, onderdelen c, d, e, en f, van de Zee- en luchtvaartverzekeringswet 1939 komen te luiden:

Artikel 34

Het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten alsmede het Curaçaosch Zeebrievenbesluit 1933 worden ingetrokken.

Artikel 35

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk rijksbesluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, alsmede voor de verschillende landen van het Koninkrijk verschillend kan worden gesteld.

Artikel 36

Deze rijkswet wordt aangehaald als: Rijkswet nationaliteit zeeschepen.

stb-2025-133 (PDF)

Besluit van 6 mei 2025 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 28 april 2025, nr. IenW/BSK-2025/19522, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 35 van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Rijkswet nationaliteit zeeschepen treedt voor Nederland in werking met ingang van 1 juli 2025.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.