Part of Smart Yellow Suite

WGK001927
Wijziging Wet explosieven voor civiel gebruik i.v.m. implementatie 2014/28/EU

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Milieu
Datum uitgave 28 maart 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wet tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik ter implementatie van richtlijn nr. 2014/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (herschikking) (PbEU 2014, L 96)

Samenvatting

De Wet explosieven civiel gebruik (WECG) wordt gewijzigd ter implementatie van de Europese richtlijn 2014/28/EU. Deze nieuwe richtlijn voor explosieven voor civiel gebruik maakt deel uit van de nieuwe reeks productrichtlijnen. In vergelijking met de 'oude' richtlijn voor explosieven voor civiel gebruik zijn de verantwoordelijkheden voor fabrikanten, importeurs en distributeurs verduidelijkt, zijn de bepalingen omtrent markttoezicht uitgebreid en aangescherpt en zijn regels omtrent aanwijzing en controle op de aangewezen keuringsinstantie van explosieven uitgebreid en aangescherpt.

Documenten

stb-2016-374 (PDF)

Wet van 5 oktober 2016 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik ter implementatie van richtlijn nr. 2014/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (herschikking) (PbEU 2014, L 96)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het, gelet op de inwerkingtreding van Richtlijn 2014/28/EU, wenselijk is de Wet explosieven voor civiel gebruik te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet explosieven voor civiel gebruik wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  1. pyrotechnische artikelen, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2013/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen (herschikking) (PbEU 2013, L 178) vallen; en.
2.
De artikelen 3, eerste lid, onderdeel d, en derde lid, en 21, tweede lid, onderdeel a tot en met f, derde en vierde lid, zijn niet van toepassing op bijzondere explosieven.
C

Na artikel 2 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

D

In artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt «richtlijn nr. 93/15/EEG» vervangen door: richtlijn 2014/28/EU.

E

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4
Explosieven die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan en waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële veiligheidseisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken.
F

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5
1.
Onze Minister kan een of meer keuringsinstellingen aanwijzen die bevoegd zijn tot het verrichten van keuringsprocedures. Onze Minister meldt de aangewezen keuringsinstelling aan overeenkomstig artikel 24 van richtlijn 2014/28/EU.
2.
Alvorens te worden aangewezen voldoet een keuringsinstelling aan de artikelen 5b tot en met 5j.
3.
Aan een aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden ter uitvoering van de artikelen 5b tot en met 5j.
G

Na artikel 5 worden zestien artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 5a
1.
Een keuringsinstelling die wenst te worden aangewezen in de zin van artikel 5, eerste lid, dient een verzoek tot aanwijzing in bij Onze Minister.
2.
Het verzoek tot aanwijzing gaat vergezeld van:
  1. een beschrijving van de keuringsactiviteiten en de keuringsmodules, genoemd in bijlage III bij richtlijn 2014/28/EU;
  2. een beschrijving van de explosieven waarvoor de keuringsinstelling verklaart bekwaam te zijn; en
  3. het accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale accreditatie-instantie als bedoeld in richtlijn 2014/28/EU, waarin wordt verklaard dat de keuringsinstelling voldoet aan de artikelen 5b tot en met 5j.
Artikel 5b
Een keuringsinstelling kan uitsluitend worden aangewezen in de zin van artikel 5, eerste lid, indien zij beschikt over rechtspersoonlijkheid.
Artikel 5c
1.
De keuringsinstelling is onafhankelijk van de door haar beoordeelde organisaties of de door haar beoordeelde explosieven.
2.
De keuringsinstelling, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de keuringstaken verricht, zijn geen ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de desbetreffende explosieven, noch vertegenwoordigen zij een van die partijen. Dit belet echter niet het gebruik van explosieven die nodig zijn voor de activiteiten van de keuringsinstelling of het gebruik van dergelijke explosieven voor persoonlijke doeleinden.
3.
De keuringsinstelling, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de keuringsstaken verricht, zijn niet rechtstreeks betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verhandelen, installeren, gebruiken of onderhouden van explosieven, noch vertegenwoordigen zij een partij die betrokken is bij deze activiteiten. Zij oefenen geen activiteiten, zoals adviesdiensten, uit waardoor hun onafhankelijke oordeel of integriteit met betrekking tot keuringsactiviteiten waarvoor zij zijn aangewezen in gedrang kan komen.
4.
De keuringsinstelling waarborgt dat activiteiten van haar dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van de keuringsactiviteiten die de keuringsinstelling verricht.
Artikel 5d
1.
De keuringsinstelling en haar personeel voeren de keuringsactiviteiten uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid op het specifieke gebied.
2.
De keuringsinstelling en haar personeel zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun keuringsactiviteiten kunnen beïnvloeden, met name van personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van deze activiteiten.
Artikel 5e
1.
De keuringsinstelling is in staat alle keuringstaken te verrichten die in bijlage III bij richtlijn 2014/28/EU aan haar zijn toegewezen en waarvoor zij is aangewezen, ongeacht of deze taken door de keuringsinstelling zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.
2.
De keuringsinstelling beschikt te allen tijde, voor elke keuringsprocedure en voor elk soort en elke categorie explosieven waarvoor zij is aangemeld over:
  1. het benodigde personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de keuringstaken te verrichten;
  2. de beschrijvingen van de procedures voor de uitvoering van de keuring, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot reproductie van deze procedure worden gewaarborgd;
  3. gepast beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die zij als keuringinstelling verricht en andere activiteiten; en
  4. procedures voor de uitoefening van haar activiteiten die naar behoren rekening houden met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, de structuur van de sector, de relatieve complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
3.
De keuringsinstelling beschikt over de noodzakelijke middelen om de technische en administratieve taken die verband houden met de beoordelingsactiviteiten op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten.
Artikel 5f
Het personeel van de keuringsinstelling dat verantwoordelijk is voor de keuringstaken beschikt over:
  1. een gedegen technische en beroepsopleiding die alle relevante keuringsactiviteiten omvat waarvoor de keuringsinstelling is aangewezen;
  2. voldoende kennis van de eisen inzake de beoordelingen die de keuringsinstelling verricht en voldoende bevoegdheden om deze beoordelingen uit te voeren;
  3. voldoende kennis van en inzicht in de essentiële veiligheidseisen, de toepasselijke geharmoniseerde normen en de relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie en van het bij of krachtens deze wet bepaalde; en
  4. de bekwaamheid om certificaten, dossiers en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht.
Artikel 5g
1.
De keuringsinstelling waarborgt haar onpartijdigheid en die van haar leidinggevenden en haar personeel dat de keuringstaken verricht.
2.
De beloning van de leidinggevenden en het personeel van de keuringsinstelling hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan.
Artikel 5h
De keuringsinstelling heeft een geldige aansprakelijkheidsverzekering.
Artikel 5i
1.
Het personeel van een aangewezen keuringsinstelling is gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van alle informatie waarvan het kennisneemt bij de uitoefening van de taken van de keuringsinstelling uit hoofde van bijlage III bij de richtlijn 2014/28/EU of de regels gesteld bij of krachtens deze wet. De eigendomsrechten worden beschermd.
2.
Het beroepsgeheim, genoemd in het eerste lid, geldt niet ten opzichte van Onze Minister of bevoegde autoriteiten van andere lidstaten van de Europese Unie.
Artikel 5j
1.
De keuringsinstelling neemt deel aan of zorgt ervoor dat haar personeel dat de keuringstaken verricht op de hoogte is van:
  1. de relevante normalisatieactiviteiten; en
  2. de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht uit hoofde van de desbetreffende harmonisatiewetgeving van de Europese Unie.
2.
De keuringsinstelling hanteert de administratieve beslissingen en geproduceerde documenten van de coördinatiegroep, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, als algemene richtsnoeren.
Artikel 5k
1.
De keuringsinstelling neemt deel aan de werkzaamheden van de coördinatiegroep van aangemelde instanties, genoemd in artikel 5j, eerste lid, onderdeel b.
2.
Indien de keuringsinstelling niet rechtstreeks deelneemt aan de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, laat zij zich daarbij vertegenwoordigen door een door haar aangestelde partij.
Artikel 5l
Een keuringsinstelling die aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zake doende geharmoniseerde normen of delen ervan en waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt geacht aan de eisen, genoemd in artikel 5b tot en met 5j te voldoen, voor zover deze daarmee corresponderen.
Artikel 5m
1.
Indien de keuringsinstelling specifieke keuringstaken uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren:
  1. waarborgt zij dat de onderaannemer of dochteronderneming voldoet aan de eisen, genoemd in de artikelen 5b tot en met 5j;
  2. brengt zij Onze Minister hiervan op de hoogte;
  3. neemt zij de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die onderaannemers of dochterondernemingen verrichten, ongeacht waar deze gevestigd zijn; en
  4. houdt zij de relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of dochteronderneming en over de door de onderaannemer of dochteronderneming uit hoofde van bijlage III bij richtlijn 2014/28/EU uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van Onze Minister.
2.
Activiteiten van de keuringsinstelling mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming worden uitgevoerd.
Artikel 5n
1.
De keuringsinstelling voert keuringen uit volgens de keuringsprocedures en eisen, genoemd in bijlage III bij richtlijn 2014/28/EU.
2.
De keuringsinstelling voert de keuringen op evenredige wijze uit, waarbij zij voorkomt dat de marktdeelnemers onnodig worden belast. De keuringsinstelling houdt hierbij naar behoren rekening met de omvang van de onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve technologische complexiteit van de producten en het massa- of seriële karakter van het productieproces, waarbij de keuringsinstelling de striktheid en het beschermingsniveau, die nodig zijn opdat de explosieven voldoen aan de essentiële veiligheidseisen, eerbiedigt.
3.
Indien de keuringsinstelling vaststelt dat een fabrikant niet heeft voldaan aan de essentiële veiligheidseisen of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen of andere technische specificaties verleent zij geen EU-conformiteitsverklaring en verlangt zij dat de fabrikant onmiddellijk passende corrigerende maatregelen neemt.
4.
Indien de keuringsinstelling bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat vaststelt dat explosieven niet meer in overeenstemming zijn met de essentiële veiligheidseisen, de overeenkomstige geharmoniseerde normen of andere technische specificaties verlangt zij dat de fabrikant onmiddellijk passende corrigerende maatregelen neemt. Zo nodig schorst zij het certificaat of trekt zij dit in.
5.
Indien de fabrikant geen corrigerende maatregelen neemt of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten naargelang het geval door de keuringsinstelling beperkt, geschorst, of ingetrokken.
Artikel 5o
1.
Indien is gebleken dat de keuringsinstelling niet langer voldoet aan de eisen, genoemd in de artikelen 5b tot en met 5j, of haar verplichtingen niet nakomt, kan Onze Minister, afhankelijk van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het niet-nakomen van die verplichtingen, de aanwijzing beperken, schorsen of intrekken.
2.
Onze Minister stelt de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie onmiddellijk op de hoogte van de genomen maatregelen, genoemd in het eerste lid.
3.
Wanneer de aanwijzing wordt beperkt, geschorst, of ingetrokken, of de keuringsinstelling haar activiteiten heeft gestaakt:
  1. stelt de keuringsinstelling, ook nadat de aanwijzing is beperkt, geschorst of ingetrokken, de dossiers op zijn verzoek ter beschikking aan Onze Minister; of
  2. draagt de keuringsinstelling de dossiers over aan een andere keuringsinstelling.
Artikel 5p
1.
De keuringsinstelling brengt Onze Minister onverwijld op de hoogte van:
  1. elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van certificaten;
  2. omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van of de voorwaarden voor de aanwijzing van de keuringsinstelling; en
  3. informatieverzoeken over keuringsactiviteiten die zij van markttoezichtsautoriteiten ontvangen.
2.
Op verzoek van Onze Minister brengt de keuringsinstelling hem op de hoogte van de binnen haar werkingssfeer verrichte keuringsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbestedingen.
3.
De keuringsinstelling verstrekt de andere keuringsinstellingen die bij de Europese Commissie zijn aangemeld en die soortgelijke keuringsactiviteiten voor dezelfde explosieven verrichten, relevante informatie over negatieve keuringsresultaten en op verzoek informatie over positieve keuringsresultaten.
H

In artikel 6 wordt «richtlijn nr. 93/15/EEG» vervangen door: richtlijn 2014/28/EU en wordt «Commissie van de Europese Gemeenschappen zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: Commissie van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

I

Het opschrift van Hoofdstuk II, paragraaf 3, komt te luiden:

J

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7
De fabrikant kiest een van de navolgende keuringsprocedures uit bijlage III bij richtlijn 2014/28/EU, volgens welke de door hem gekozen keuringsinstelling de keuring uitvoert:
  1. EU-typeonderzoek (module B) en naar keuze van de fabrikant een van de volgende procedures:
    1. conformiteit met het type op basis van interne productiecontrole plus productcontroles onder toezicht met willekeurige tussenpozen (module C2);
    2. conformiteit met het type op basis van de kwaliteitsborging van het productieproces (module D);
    3. conformiteit met het type op basis van productkwaliteitsborging (module E); of
    4. conformiteit met het type of basis van productkeuring (module F); of
  2. conformiteit op basis van eenheidskeuring (module G).
K

Na artikel 7 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 7a
1.
In de EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat aan de essentiële veiligheidseisen is voldaan.
2.
De EU-conformiteitsverklaring:
  1. komt ten aanzien van de structuur overeen met het model van bijlage IV van richtlijn 2014/28/EU;
  2. bevat de in de desbetreffende modules van bijlage III bij richtlijn 2014/28/EU vermelde elementen;
  3. wordt voortdurend bijgewerkt; en
  4. wordt vertaald in de taal of talen zoals gevraagd door de lidstaat waar het explosief in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden.
3.
De EU-conformiteitsverklaring die betrekking heeft op een explosief dat binnen het grondgebied van Nederland in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden, is gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.
4.
Indien voor een explosief uit hoofde van meer dan één handeling van de Europese Unie een EU-conformiteitsverklaring vereist is, wordt één EU-conformiteitsverklaring met betrekking tot al die handelingen van de Europese Unie opgesteld. In die EU-conformiteitsverklaring moet duidelijk worden aangegeven om welke handelingen van de Europese Unie het gaat, met vermelding van de publicatiereferenties ervan.
5.
Door de EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het explosief met de eisen van richtlijn 2014/28/EU op zich.
Artikel 7b
1.
De CE-markering wordt, alvorens het explosief in de handel wordt gebracht, zichtbaar, gemakkelijk leesbaar en onuitwisbaar op het explosief aangebracht. Indien dit gezien de aard van het explosief niet mogelijk of niet gerechtvaardigd is, wordt de CE-markering aangebracht op de verpakking en in de begeleidende documenten.
2.
Indien de keuringsinstelling betrokken is geweest bij de productiecontrolefase, dan wordt de CE-markering gevolgd door het identificatienummer van die keuringsinstelling.
3.
Het identificatienummer, genoemd in het tweede lid, wordt aangebracht door de aangemelde keuringsinstelling zelf, dan wel overeenkomstig haar instructies door de fabrikant of diens vertegenwoordiger.
4.
De CE-markering en, indien van toepassing, het identificatienummer van de aangemelde keuringsinstelling, kunnen worden gevolgd door een ander teken dat een bijzonder risico of gebruik aanduidt.
5.
Bij de volgende categorieën van explosieven wordt de CE-markering op de begeleidende documenten aangebracht:
  1. voor eigen gebruik vervaardigde explosieven;
  2. bijzondere explosieven.
L

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

M

In artikel 11, eerste lid, wordt «artikel 9, zevende lid, eerste alinea, van richtlijn 93/15/EEG» vervangen door: artikel 11, vijfde lid, eerste alinea, van richtlijn 2014/28/EU.

N

Artikel 12, onderdeel a, komt te luiden:

  1. bevat een vergunning als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, de in artikel 11, vijfde lid, eerste alinea, van richtlijn 2014/28/EU bedoelde gegevens; en.
O

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

P

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

2.
De gegevens, genoemd in artikel 11, vijfde lid, onderdeel a, van richtlijn 2014/28/EU zijn voldoende gedetailleerd om het voor Onze Minister mogelijk te maken om:
  1. met de betrokken marktdeelnemers contact op te nemen; en
  2. de bevestiging te krijgen dat de betrokken marktdeelnemers gemachtigd zijn om de zending in ontvangst te nemen.
Q

[vervallen]

R

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

S

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

T

In hoofdstuk III wordt na artikel 21 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21a
1.
Het tweede, derde en vierde lid zijn uitsluitend van toepassing op bijzondere explosieven.
2.
Op verzoek van Onze Minister deelt een marktdeelnemer het volgende mee:
  1. welke marktdeelnemer een explosief aan hem heeft geleverd; en
  2. aan welke marktdeelnemer hij een explosief heeft geleverd.
3.
De informatie, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, blijft tien jaar beschikbaar nadat het explosief aan de marktdeelnemer is geleverd, dan wel nadat de marktdeelnemer het explosief heeft geleverd.
4.
Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat, bij ministeriële regeling nadere regels stellen met betrekking tot de opzet van de registratie en de te registreren gegevens.
U

In artikel 33 wordt «richtlijn nr. 93/15/EEG» vervangen door: richtlijn 2014/28/EU.

V

Na artikel 35 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 35a
1.
Explosieven die voldoen aan de wet zoals deze vóór de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik ter implementatie van richtlijn nr. 2014/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (herschikking) (PbEU 2014, L 96) (Stb. 2016, nr. 374) luidde en die vóór dat tijdstip in de handel zijn gebracht, mogen ook na dat tijdstip op de markt worden aangeboden.
2.
Conformiteitsverklaringen, verstrekt uit hoofde van richtlijn 93/15/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG 1993, L 121), blijven hun geldigheid behouden.

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2a

De fabrikant waarborgt dat explosieven ontworpen en vervaardigd worden overeenkomstig de essentiële veiligheidseisen indien hij deze in de handel brengt of gebruikt voor eigen doeleinden.

Artikel 2b

Artikel 2c

De fabrikant zorgt ervoor dat hij beschikt over procedures om de conformiteit van zijn serieproductie met richtlijn 2014/28/EU blijvend te waarborgen. Er wordt in die procedures terdege rekening gehouden met veranderingen in het ontwerp of in de kenmerken van het explosief en met veranderingen in de geharmoniseerde normen of andere technische specificaties waarnaar in de EU-conformiteitsverklaring van het explosief wordt verwezen.

Artikel 2d

Artikel 2e

De fabrikant ziet erop toe dat explosieven die hij op de markt brengt, vergezeld gaan van duidelijke en begrijpelijke instructies, gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 2f

De fabrikant die van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem in de handel gebracht explosief niet in overeenstemming is met de eisen gesteld bij of krachtens deze wet:

Artikel 2g

Artikel 2h

Artikel 2i

Indien een importeur of distributeur explosieven onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt, of reeds in de handel gebrachte explosieven zodanig wijzigt dat de conformiteit met de essentiële veiligheidseisen in gedrang komt, wordt hij als fabrikant beschouwd en voldoet hij aan de artikelen 2a tot en met 2g.

Artikel 2j

De importeur brengt alleen explosieven in de handel die aan de essentiële veiligheidseisen voldoen.

Artikel 2k

Alvorens een explosief in de handel wordt gebracht:

Artikel 2l

De importeur die van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat het explosief niet in overeenstemming is met de essentiële veiligheidseisen:

Artikel 2m

De importeur vermeldt op het explosief of, indien dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij het explosief gevoegd document, zijn naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en het postadres waarop contact met hem kan worden opgenomen. De contactgegevens worden gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 2n

De importeur ziet erop toe dat het explosief vergezeld gaat van duidelijke en begrijpelijke instructies en informatie aangaande de veiligheid, gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 2o

De importeur zorgt gedurende de periode dat hij voor het explosief verantwoordelijk is voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van het explosief met de essentiële veiligheidseisen niet in gedrang komt.

Artikel 2p

De importeur die van mening is of redenen heeft aan te nemen dat een door hem in de handel gebracht explosief niet in overeenstemming is met de eisen gesteld bij of krachtens deze wet:

Artikel 2q

De importeur houdt gedurende tien jaar nadat het explosief in de handel is gebracht een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van Onze Minister. Hij zorgt ervoor dat, op verzoek, de technische documentatie aan Onze Minister kan worden verstrekt.

Artikel 2r

Artikel 2s

De distributeur die een explosief op de markt aanbiedt, neemt de nodige zorgvuldigheid in acht ten aanzien van de eisen gesteld bij of krachtens deze wet.

Artikel 2t

Alvorens een explosief op de markt aan te bieden, controleert de distributeur:

Artikel 2u

De distributeur die van mening is of redenen heeft aan te nemen dat een explosief niet in overeenstemming is met de essentiële veiligheidseisen;

Artikel 2v

De distributeur zorgt gedurende de periode dat hij voor het explosief verantwoordelijk is voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van het explosief met de essentiële veiligheidseisen niet in gedrang komt.

Artikel 2w

De distributeur die van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem op de markt aangeboden explosief niet in overeenstemming is met de eisen gesteld bij of krachtens deze wet:

Artikel 2x

Artikel 4

Explosieven die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan en waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële veiligheidseisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken.

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 5b

Een keuringsinstelling kan uitsluitend worden aangewezen in de zin van artikel 5, eerste lid, indien zij beschikt over rechtspersoonlijkheid.

Artikel 5c

Artikel 5d

Artikel 5e

Artikel 5f

Het personeel van de keuringsinstelling dat verantwoordelijk is voor de keuringstaken beschikt over:

Artikel 5g

Artikel 5h

De keuringsinstelling heeft een geldige aansprakelijkheidsverzekering.

Artikel 5i

Artikel 5j

Artikel 5k

Artikel 5l

Een keuringsinstelling die aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zake doende geharmoniseerde normen of delen ervan en waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt geacht aan de eisen, genoemd in artikel 5b tot en met 5j te voldoen, voor zover deze daarmee corresponderen.

Artikel 5m

Artikel 5n

Artikel 5o

Artikel 5p

Artikel 7

De fabrikant kiest een van de navolgende keuringsprocedures uit bijlage III bij richtlijn 2014/28/EU, volgens welke de door hem gekozen keuringsinstelling de keuring uitvoert:

Artikel 7a

Artikel 7b

Artikel 21a

Artikel 35a

ARTIKEL II

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.