Besluit van 25 juni 2015 tot het vaststellen van regels over de veiligheid van bijzondere spoorwegen en tot wijziging van diverse andere besluiten in verband met een tweede tranche van uitvoeringsmaatregelen van het kabinetsstandpunt «Spoor in beweging», waaronder de vereenvoudiging van het vergunningenregime hoofdspoorwegen en de implementatie van een technische specificatie inzake interoperabiliteit (Besluit bijzondere spoorwegen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 15 december 2014, nr. IenM/BSK-2014/263302, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 1, eerste lid, 19, eerste lid, 27, derde lid, 32, derde lid, 35, 49, tweede en derde lid, 50, vierde lid, 51, vijfde lid, 65, eerste lid, 77, eerste lid, 87, eerste en tweede lid, en 94 van de Spoorwegwet, artikel 8 van de Winkeltijdenwet en artikel 105 van de Wet geluidhinder;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 januari 2015, nr. W14.14.0467/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, 22 juni 2015, nr. IenM/BSK-2015/117365, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Onverminderd artikel 8 is het verboden gebruik te maken van een bijzondere spoorweg met een snelheid die niet in overeenstemming is met het remvermogen van de trein, of met de eigenschappen van de bijzondere spoorweginfrastructuur.
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Op een beweegbare brug die uitsluitend bestemd is voor het gebruik door spoorvoertuigen, gelegen in een bijzondere spoorweg, zijn de artikelen van 25 en 26 van het Besluit hoofdspoorweginfrastructuur van overeenkomstige toepassing.
Artikel 17
Artikel 18
Overtreding van het gestelde in de artikelen 3, 4, 6, tweede en derde lid, 7, derde lid, 8, vijfde lid, 11, eerste en vijfde lid, of 14, eerste lid, is een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd als bedoeld in artikel 77, eerste lid, van de wet.
Artikel 19
Artikel 20
Het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 16, vierde lid, wordt «hoofdspoorweginfrastructuur» vervangen door: hoofdspoorwegen.
B
Na artikel 16a worden drie artikelen ingevoegd:
Artikel 16b
Vrijgesteld van de verplichting te beschikken over een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 27, tweede lid, onderdeel b, van de wet is een spoorwegonderneming die:- gebruik maakt van een bijzondere spoorweg die aansluit op een hoofdspoorweg en, gezien vanuit die bijzondere spoorweg, enkel gebruik maakt van het gedeelte van die hoofdspoorweg tot aan het eerste aan die hoofdspoorweg gelegen station als bedoeld in artikel 26, derde lid, van de wet;
- van de spoorwegen bedoeld in onderdeel a, enkel gebruik maakt met historische spoorvoertuigen;
- een veiligheidsbeheersysteem toepast dat voldoet aan artikel 16a, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en tweede lid, en aan bij ministeriële regeling te stellen regels; en
- aan Onze Minister heeft gemeld dat wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in de onderdelen a, b en c.
Artikel 16c
Vrijgesteld van de verplichting te beschikken over een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 27, tweede lid, onderdeel b, van de wet is een spoorwegonderneming die:- enkel gebruik maakt van een hoofdspoorweg als bedoeld in bijlage 2 behorende bij het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen, voor zover die niet door lichtseinen is beveiligd, en enkel van het gedeelte van die hoofdspoorweg tot aan het eerste S-bord, gezien vanuit het terrein van het bedrijf dat is aangesloten op die hoofdspoorweg;
- op de hoofdspoorwegen, bedoeld in onderdeel a, uitsluitend:
- treinen splitst, opnieuw samenvoegt, aan- en afkoppelt, begeleidt, samenstelt, in een bepaalde volgorde manoeuvreert of een remproef uitvoert in het kader van het gereed maken voor vervoer of volgend op het vervoer door een spoorwegonderneming die beschikt over een geldig veiligheidscertificaat,
- treinen opstelt voor het laden en lossen of in afwachting daarvan;
- een veiligheidsbeheersysteem toepast dat voldoet aan artikel 16a, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en tweede lid, en aan bij ministeriële regeling te stellen regels; en
- aan Onze Minister heeft gemeld dat wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in de onderdelen a, b en c.
Artikel 16d
1.
Als hoofdspoorwegen als bedoeld in artikel 32, derde lid, van de wet worden aangewezen:- Maastricht (Visé)- Belgische grens;
- Roosendaal – Belgische grens;
- Terneuzen – Belgische grens;
- Bad Nieuweschans- Duitse grens;
- Enschede – Duitse grens; en
- Venlo – Duitse grens.
2.
Een gelijkstelling als bedoeld in artikel 32, derde lid, van de wet, geldt voor een spoorwegonderneming:- die enkel gebruik maakt van hoofdspoorwegen als aangewezen in het eerste lid;
- waarvan het veiligheidsbeheersysteem, bedoeld in artikel 32 van de wet, het gebruik van een hoofdspoorweg als bedoeld in het eerste lid beschrijft; en
- die aan Onze Minister heeft gemeld dat wordt voldaan aan eisen, bedoeld in de onderdelen a en b.
C
Na artikel 20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 20a
Na de inwerkingtreding van artikel 20, onderdeel B, van het Besluit bijzondere spoorwegen, berust de Regeling veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen mede op de artikelen 16, eerste lid, 16b, onderdeel c, en 16c, onderdeel c, en 18 van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen.Artikel 16b
Vrijgesteld van de verplichting te beschikken over een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 27, tweede lid, onderdeel b, van de wet is een spoorwegonderneming die:
Artikel 16c
Vrijgesteld van de verplichting te beschikken over een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 27, tweede lid, onderdeel b, van de wet is een spoorwegonderneming die:
Artikel 16d
Artikel 20a
Na de inwerkingtreding van artikel 20, onderdeel B, van het Besluit bijzondere spoorwegen, berust de Regeling veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen mede op de artikelen 16, eerste lid, 16b, onderdeel c, en 16c, onderdeel c, en 18 van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen.
Artikel 21
Artikel 1.1, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit geluidhinder komt te luiden:
Artikel 22
Het Besluit spoorweginfrastructuur wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Het opschrift van paragraaf 7 komt te luiden:
C
Artikel 21 komt te luiden:
Artikel 21
1.
De begrenzing van de hoofdspoorweg en de daarnaast gelegen gronden wordt aan weerszijden gevormd door een lijn liggend op een afstand van:- elf meter bij een hoofdspoorweg op maaiveldniveau, gemeten vanaf het hart van het buitenste spoor, zijnde een denkbeeldige lijn in de lengterichting van het spoor midden tussen beide spoorstaven;
- zes meter bij een hoofdspoorweg in ingraving, gemeten uit de bovenzijde van de ingraving;
- zes meter bij een hoofdspoorweg in ophoging, gemeten uit de teen van het talud;
- dertig meter bij een hoofdspoorweg in een tunnel, gemeten vanaf de buitenste wand van de tunnel;
- dertig meter bij een hoofdspoorweg op een brug of op een viaduct, gemeten vanaf de buitenste rand van de constructie;
- veertien meter bij een hoofdspoorweg gemeten vanaf het hart van het buitenste spoor, indien het betreft het hebben of opslaan van licht ontvlambare stoffen, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel d, van de wet.
2.
Indien bij een hoofdspoorweg in ingraving of in ophoging de afstand tussen het hart van het buitenste spoor en de bovenkant van de ingraving of teen van het talud minder bedraagt dan vijf meter, wordt de begrenzing vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, onderdeel a.3.
Bij besluit van Onze Minister kan, gehoord de beheerder, met het oog op de bescherming van de fysieke integriteit van de hoofdspoorwegen en in het belang van een veilig en ongestoord gebruik daarvan, een begrenzing worden vastgesteld die afwijkt van het eerste of tweede lid.4.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, wordt de begrenzing van een deel van de hoofdspoorwegen die uitsluitend bestemd zijn voor het verrichten van goederenvervoer ten behoeve van de lokale ontsluiting van haven- en industriegebieden, gevormd door een lijn liggend op een afstand van drie meter op maaiveldniveau, gemeten vanaf het hart van het buitenste spoor. Wanneer op grond van artikel 2, eerste lid, of 124, eerste lid, van de wet een spoorweg wordt aangewezen als hoofdspoorweg, wordt daarbij bepaald of de hoofdspoorweg onder het bereik van dit lid valt.D
De artikelen 22 tot en met 24 en 29 vervallen.
E
In artikel 30 wordt de zinsnede «Besluit spoorweginfrastructuur» vervangen door: Besluit hoofdspoorweginfrastructuur.
Artikel 21
Artikel 23
Het Besluit spoorverkeer wordt als volgt gewijzigd:
A
De artikelen 2, 4, 5, 6, 7, 12, 23, 26, 37, 39 en 42 vervallen.
B
De paragraafopschriften van § 3 tot en met § 11 vervallen.
C
De artikelen worden vernummerd overeenkomstig onderstaande tabel en worden geplaatst in nummervolgorde:
D
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het eerste lid (nieuw) worden onder verwijdering van de aanduidingen van de onderdelen, de onderdelen in alfabetische volgorde geplaatst.E
Na het paragraafopschrift van paragraaf 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2
1.
Bij de uitoefening van de verkeersleiding, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel c, van de wet, handelt de beheerder overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.2.
De beheerder wijst treinnummers toe aan elke trein en zorgt ervoor dat dit nummer bij de spoorwegonderneming of beheerder die de trein gebruikt bekend is, overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.F
In het tweede lid van artikel 3 (nieuw) wordt «zonder toestemming» vervangen door: zonder voorafgaande toestemming.
G
Artikel 4 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
H
In artikel 5 (nieuw) wordt het woord «spoorweginfrastructuur» telkens vervangen door: hoofdspoorweg.
I
Artikel 7 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
J
In artikel 8 (nieuw) wordt «draagt zorg ervoor» vervangen door: zorgt ervoor.
K
Na artikel 9 (nieuw) worden een paragraafopschrift en een artikel ingevoegd, luidende:
L
Artikel 11 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
M
In artikel 12 (nieuw) wordt de zinsnede «over een hoofdspoorweg te vervoeren of te doen vervoeren» vervangen door: op een hoofdspoorweg te gebruiken of te laten gebruiken.
N
Artikel 13 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 13
1.
De spoorwegonderneming draagt zorg voor stralende verlichting van treinen en voor het aanbrengen van schilden op die treinen, overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.2.
De spoorwegonderneming draagt zorgt er voor dat de bestuurder het toestel voor het afgeven van geluidssignalen te allen tijde kan bedienen.3.
In afwijking van het eerste lid mag de stralende verlichting geel zijn bij een trein waarvan het spoorvoertuig aan de voorzijde een spoorvoertuig is als bedoeld in artikel 41, of waarvoor een ontheffing is afgegeven op grond van artikel 36, eerste of tiende lid, van de wet.O
In artikel 14 (nieuw), tweede lid, onderdeel b, wordt «nimmer sneller dan 40 km/h» vervangen door: niet sneller dan 40 kilometer per uur.
P
Na artikel 14 (nieuw) worden een paragraafopschrift en een artikel ingevoegd, luidende:
Q
Artikel 17 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
1.
De spoorwegonderneming draagt zorg voor het veilig vervoer van goederen en personen op het moment van vertrek en tijdens het rijden van de trein, als bedoeld in de geldende paragrafen in de TSI Exploitatie en verkeersleiding.R
Artikel 19 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
2.
De spoorwegonderneming waarborgt dat de trein over voldoende remvermogen beschikt.S
Artikel 20 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
- wordt «artikel 8a» vervangen door: artikel 18; en
- vervalt in onderdeel c, de zinsnede «als bedoeld in artikel 64 van de wet».
- wordt «artikel 8a en artikel 9» vervangen door: artikel 18 en 19; en
- wordt «40 km/h» vervangen door: 40 kilometer per uur.
T
Artikel 21 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
U
Na artikel 22 (nieuw) worden een paragraafopschrift ingevoegd, luidende:
V
De artikelen 23 en 24 komen te luiden:
Artikel 23
1.
De beheerder verstrekt tijdig actuele informatie aan de bestuurder overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.2.
De spoorwegonderneming verstrekt tijdig de informatie aan de bestuurder en ander personeel, die zij nodig hebben om hun werkzaamheden te verrichten, overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.Artikel 24
1.
De bestuurder, het overige personeel van een trein en de beheerder communiceren veiligheidsberichten onderling tijdens het gebruik overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.2.
De documenten over de communicatie van veiligheidsberichten worden opgesteld door de beheerder, overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.W
Artikel 25 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 25
1.
De beheerder en de spoorwegonderneming verstrekken elkaar tijdig informatie overeenkomstig de geldende paragrafen en aanhangsels van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.2.
Het is de spoorwegonderneming verboden een trein te doen vertrekken indien de gegevens vereist voor het veilig en efficiënt gebruik van hoofdspoorwegen niet aan de beheerder zijn verstrekt conform de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.X
Na artikel 25 wordt een paragraafopschrift ingevoegd, luidende:
Y
Artikel 26 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 26
1.
De beheerder en de spoorwegondernemingen stellen, overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding, procedures en maatregelen vast, die zij publiceren, en hanteren bij gestoord bedrijf, incidenten, noodsituaties en bij het herstel van het veilige en ongestoorde treinverkeer.2.
De beheerder en de spoorwegonderneming registeren en bewaren de in de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding genoemde gegevens over de rit van een trein, overeenkomstig de geldende paragrafen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding. Het doel hiervan is systematische controles ter voorkoming van incidenten en noodsituaties als bedoeld in het eerste lid te ondersteunen, de identiteit van de bestuurder, treinen en infrastructuur in de periode rondom een incident of ongeval te bepalen, en de prestaties van de bestuurder en het tractievoertuig te kunnen achterhalen, als bedoeld in de geldende bepalingen van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.3.
De beheerder kan bij gestoord bedrijf, incidenten of noodsituaties aan de bestuurder of andere personen die deelnemen aan het spoorverkeer, aanwijzingen geven inzake het veilig en ongestoord gebruik van de hoofdspoorweg. Deze personen zijn verplicht deze aanwijzingen op te volgen.4.
De in het eerste lid bedoelde maatregelen houden in elk geval in dat de beheerder een noodplan opstelt dat voldoet aan artikel 54, eerste lid, van richtlijn 2012/34/EU.5.
De spoorwegonderneming doet onverwijld melding aan Onze Minister van storingen of andere onregelmatigheden die een veilig en ongestoord gebruik van de hoofdspoorweg in gevaar brengen of kunnen brengen, voor zover deze een trein betreffen waarmee in haar opdracht gebruik wordt gemaakt van de hoofdspoorweg.Z
Na artikel 28 (nieuw) wordt een paragraafopschrift ingevoegd, luidende:
AA
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
BB
Artikel 30 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 30
Bij ministeriële regeling worden delen van hoofdspoorwegen aangewezen als spoorwegemplacementen.CC
Artikel 31 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 31
De artikelen 13, 14 en 16, met uitzondering van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, zijn niet van toepassing bij rangeren en parkeren.DD
Artikel 32 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
EE
Artikel 34 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
FF
Na artikel 34 (nieuw) wordt een paragraafopschrift ingevoegd, luidende:
GG
In artikel 35 (nieuw) wordt de zinsnede «de artikelen 4, derde lid, 5, derde lid, 12, tweede lid, onderdeel c, 13, tweede lid, 15, tweede lid, 18, tweede lid, 22, tweede lid, en 23, derde lid.» vervangen door: de artikelen 4, tweede lid, 6, tweede lid, 7, tweede lid, 10, derde lid, onderdeel c, en 26, tweede lid.
HH
Artikel 37 (nieuw), eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
II
Artikel 38 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
JJ
Na artikel 38 (nieuw) worden een paragraafopschrift en twee artikelen ingevoegd, luidende:
KK
Na artikel 40 wordt een paragraafopschrift ingevoegd, luidende:
LL
In artikel 42, derde lid, (nieuw) wordt de zinsnede «bedoeld in artikel 8, vierde lid» vervangen door: bedoeld in artikel 8, vijfde lid.
MM
Na artikel 42 (nieuw) worden achtereenvolgens een artikel, een paragraafopschrift en een artikel ingevoegd:
Artikel 43
Na de inwerkingtreding van artikel 23 van het Besluit bijzondere spoorwegen berust de Regeling spoorverkeer op de artikelen 9, 10, 12, 19, 30, 35, 36 en 37 van het Besluit spoorverkeer.Artikel 2
Artikel 10
Artikel 13
Artikel 15
Artikel 23
Artikel 24
Artikel 25
Artikel 26
Artikel 30
Bij ministeriële regeling worden delen van hoofdspoorwegen aangewezen als spoorwegemplacementen.
Artikel 31
De artikelen 13, 14 en 16, met uitzondering van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, zijn niet van toepassing bij rangeren en parkeren.
Artikel 39
Overtreding van de artikelen 22 en 27 vormt een strafbaar feit in de zin van artikel 87, eerste lid, van de wet.
Artikel 40
Overtreding van de artikelen 3, 4, eerste en derde lid, 5, eerste en derde lid, 6, eerste en derde lid, 7, eerste, derde en vierde lid, 8, 10, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 11, 12, eerste lid, 13, 14, derde lid, 15, vijfde lid, 16, derde lid, 17, 18, 19, eerste lid, 20, eerste en tweede lid, 21, 24, 25, tweede lid, 26, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 28, 32, 33, 37 en 38, vierde lid, vormt een beboetbaar feit in de zin van artikel 77, eerste lid, van de wet.
Artikel 43
Na de inwerkingtreding van artikel 23 van het Besluit bijzondere spoorwegen berust de Regeling spoorverkeer op de artikelen 9, 10, 12, 19, 30, 35, 36 en 37 van het Besluit spoorverkeer.
Artikel 44
Artikel 24
Het Besluit spoorwegpersoneel 2011 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt het begrip «TSI Exploitatie» en de daarbij behorende uitleg vervangen door:
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 6, tweede lid, wordt de zinsnede «in paragraaf 4.6. en bijlagen J en L, van de TSI Exploitatie gestelde eisen» vervangen door: geldende paragrafen en aanhangsels van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.
D
Artikel 8, vierde lid, onderdeel d, komt te luiden:
- kennis van de digitale en mondelinge communicatie als bedoeld in de geldende paragrafen en aanhangsels van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.
E
In artikel 9, tweede en derde lid, onderdeel b, wordt de zinsnede «paragraaf 4.7 van de TSI Exploitatie» vervangen door: de geldende paragrafen en aanhangsels van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.
F
In artikel 23 word de zinsnede «Een wijziging van de TSI Exploitatie» vervangen door: Een wijziging van de TSI Exploitatie en verkeersleiding.
Artikel 25
In artikel 4 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet wordt «artikel 26, tweede lid, van de Spoorwegwet» telkens vervangen door: artikel 26, derde lid, van de Spoorwegwet.
Artikel 26
Artikel 27
Ontheffingen en vergunningen afgegeven op grond van de artikelen 14, derde lid, van het Tramwegreglement of artikel 15 van het Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen, geldend op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 11 van dit besluit, worden geacht ontheffingen te zijn, afgegeven op grond van artikel 11, vierde lid.
Artikel 28
Artikel 29
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bijzondere spoorwegen.