Wet van 28 januari 2015, houdende implementatie van richtlijn 2011/99/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 2011 betreffende het Europees beschermingsbevel (PbEU L 338)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de implementatie van richtlijn 2011/99/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 2011 betreffende het Europees beschermingsbevel (Pb EU 2011, L 338) noodzaakt tot het stellen van regels inzake het ten uitvoerleggen van een Europees beschermingsbevel;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:4:1
In de bepalingen van deze titel wordt verstaan onder:
Artikel 5:4:2
Artikel 5:4:3
Een Europees beschermingsbevel is vatbaar voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland indien het
Artikel 5:4:4
Artikel 5:4:5
Artikel 5:4:6
Artikel 5:4:7
Artikel 5:4:8
Artikel 5:4:9
Artikel 5:4:10
Artikel 5:4:11
Artikel 5:4:12
Artikel 5:4:13
Artikel 5:4:14
Artikel 5:4:15
Indien de rechter of officier van justitie een beschermingsmaatregel oplegt die een of meer van de in artikel 5:4:3 bedoelde verboden of beperkingen omvat, doet de officier van justitie mondeling of schriftelijk mededeling aan de beschermde persoon over de mogelijkheid om een Europees beschermingsbevel te verzoeken voor het geval deze persoon besluit zich naar een andere lidstaat te begeven, alsmede over de hoofdzaken van de voorwaarden die gelden voor een dergelijk verzoek. De officier van justitie geeft bij deze mededeling de beschermde persoon in overweging om het bedoelde verzoek in te dienen voordat deze persoon het grondgebied van Nederland verlaat.
Artikel 5:4:16
Artikel 5:4:17
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld voor het verzamelen en verstrekken van gegevens over de uitvoering van de bepalingen van deze titel.
ARTIKEL II
Artikel I is niet van toepassing in relatie tot een andere lidstaat van de Europese Unie voor zover en voor zolang die lidstaat niet de maatregelen heeft getroffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de richtlijn 2011/99/EU.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.