Wet van 5 oktober 2016, houdende aanvulling van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met de nieuwe afdelingen 7.2a.2 en 7.2b.1 en 2 en een nieuwe titel 7.2c (Consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een nieuwe afdeling 2 van titel 2A betreffende consumentenkredietovereenkomsten, een nieuwe titel 2B betreffende goederenkrediet en een nieuwe titel 2C betreffende geldlening op te nemen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
Zo is het, dat Wij de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht.
A
In titel 2A wordt na het opschrift ingevoegd:
B
In de opschriften van de afdelingen van titel 2A wordt «afdeling» telkens vervangen door: onderafdeling.
C
In artikel 58 lid 2 onder c onder 2° wordt de zinsnede «zij krachtens artikel 7A:1576h lid 2 als huurkoop moeten worden aangemerkt» vervangen door: zij als een overeenkomst van goederenkrediet als bedoeld in artikel 84 moeten worden aangemerkt.
D
Aan het slot van titel 2A wordt een nieuwe afdeling 2 toegevoegd, luidende:
E
Het opschrift van titel 2B van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:
F
Na dit opschrift worden de volgende twee nieuwe afdelingen ingevoegd:
G
Na afdeling 2 wordt het opschrift ingevoegd:
H
In de opschriften van afdeling 3 wordt «afdeling» telkens vervangen door: onderafdeling.
I
Na titel 2B van Boek 7 wordt een nieuwe titel 2C ingevoegd, luidende:
J
Artikel 3 lid 7 vervalt.
Artikel 74
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Artikel 75
Artikel 76
Artikel 77
Artikel 78
Artikel 79
Artikel 80
Artikel 81
Artikel 82
Ontbinding van een kredietovereenkomst op de grond dat de consument is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen, kan slechts geschieden door de rechter behoudens in het geval van artikel 90.
Artikel 83
Van het in deze afdeling bepaalde kan niet ten nadele van de consument worden afgeweken.
Artikel 84
Artikel 85
Indien op een overeenkomst van goederenkrediet tevens titel 2A van toepassing is, zijn de bepalingen van titel 2A en die van deze afdeling naast elkaar van toepassing. In geval van strijd zijn de bepalingen van titel 2A van toepassing.
Artikel 86
Artikel 87
Artikel 88
Artikel 89
Artikel 90
Artikel 91
Wanneer de kredietgever een rechtsvordering instelt tot ontbinding van de kredietovereenkomst of teruggave van de zaak, kan hij, indien hij voldoende belang heeft bij een onverwijlde voorziening, een rechterlijk bevel tot teruggave bij voorraad verkrijgen.
Artikel 92
Artikel 93
Artikel 94
Indien de kredietnemer bij ontbinding van de overeenkomst recht mocht hebben op enige terugbetaling, kan hij de zaak die hij terug moet geven, onder zich houden, totdat het hem verschuldigde is betaald of de kredietgever daarvoor voldoende zekerheid heeft gesteld.
Artikel 95
Artikel 96
Indien één van meer overeenkomsten die samen een commerciële eenheid vormen als bedoeld in artikel 57 lid 5 op enige grond bloot staat aan ontbinding of vernietiging door de kredietnemer, zal de andere overeenkomst op die grond kunnen worden ontbonden of vernietigd op dezelfde wijze en met inachtneming van dezelfde termijnen als voor de ontbinding of vernietiging van de eerste overeenkomst gelden, tenzij uit de wet of de aard van de rechtsverhouding anders voortvloeit.
Artikel 97
Indien een overeenkomst van goederenkrediet is gesloten tussen een kredietgever die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en een kredietnemer die een natuurlijk persoon is en handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfsactiviteiten of beroepsactiviteiten vallen, kan niet ten nadele van de kredietnemer van de bepalingen van deze afdeling worden afgeweken.
Artikel 98
Van artikel 92 kan niet ten nadele van de kredietnemer worden afgeweken.
Artikel 99
Op een overeenkomst van goederenkrediet die bestaat uit een samenstel van overeenkomsten die een commerciële eenheid vormen als bedoeld in artikel 57 lid 5 en die niet is gesloten tussen een kredietgever en een kredietnemer als bedoeld in artikel 97, is artikel 67 lid 2 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 100
Het in deze afdeling bepaalde vindt overeenkomstige toepassing op vermogensrechten, niet zijnde registergoederen, voor zover dat in overeenstemming is met de aard van het recht.
Artikel 101
Artikel 102
Artikel 103
Artikel 104
Artikel 105
In geval van een samenstel van overeenkomsten als bedoeld in artikel 101 lid 1 kan de huurkoper de rechten wegens niet nakoming of niet behoorlijke nakoming van de partij die als leverancier van de onroerende zaak is opgetreden, zonodig uitoefenen jegens de kredietgever, mits hij deze rechten jegens de leverancier heeft ingeroepen, maar er niet in is geslaagd te verkrijgen waarop hij recht heeft.
Artikel 106
Artikel 107
Artikel 108
Artikel 109
Indien de huurkoper bij ontbinding van de overeenkomst recht mocht hebben op enige terugbetaling, heeft hij een retentierecht op de zaak, totdat het hem verschuldigde is betaald of de huurverkoper daarvoor voldoende zekerheid heeft gesteld.
Artikel 110
Wanneer de gehele koopprijs met de daarover verschuldigde rente en de kosten die voor rekening van de huurkoper zijn, de kosten van een afzonderlijke overdracht daaronder begrepen, zijn voldaan of de huurkoper van zijn verplichtingen te dier zake op andere wijze is bevrijd dan wel de verjaring van rechtsvordering van de huurverkoper te dier zake is voltooid, is de huurverkoper verplicht onverwijld zijn medewerking te verlenen aan het tot stand komen van een notariële akte van levering aan de huurkoper of aan de notariële verklaring volgens artikel 30 van de Kadasterwet vereist voor de vervulling van de voorwaarde waaronder de overdracht blijkens een reeds ingeschreven notariële akte van levering is geschied.
Artikel 111
In geval van onbevoegdheid van de huurverkoper tot vervreemding is artikel 88 van Boek 3 van toepassing met dien verstande dat voor de daar vereiste goede trouw van de huurkoper voldoende is dat zijn goede trouw bestond op het tijdstip van de inschrijving van de notariële akte van huurkoop.
Artikel 112
Van de artikelen 101 tot en met 104, 108, 110 en 111 kan niet worden afgeweken.
Artikel 113
Artikel 114
Artikel 115
De huurkoper heeft het recht zich te allen tijde geheel of gedeeltelijk van zijn verplichtingen uit de huurkoopovereenkomst te bevrijden met toepassing van de regels van artikel 127.
Artikel 116
Artikel 117
Van de artikelen 113 en 114 kan niet worden afgeweken. Van de artikelen 105, 106, eerste en tweede lid, 107, 109, 115 en 116 kan niet ten nadele van de huurkoper worden afgeweken.
Artikel 129
Artikel 129a
Indien op een overeenkomst van geldlening tevens titel 2A of titel 2B van toepassing is, zijn de bepalingen van titel 2A of titel 2B en die van deze titel naast elkaar van toepassing. In geval van strijd zijn de bepalingen van titel 2A of titel 2B van toepassing.
Artikel 129b
Indien de uitlener een natuurlijke persoon is die niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelt, bindt de overeenkomst hem niet voordat het geld daadwerkelijk aan de lener is verstrekt of de uitlener zich schriftelijk tot de verstrekking verbonden heeft.
Artikel 129c
Artikel 129d
Indien uit de overeenkomst voortvloeit dat over de geleende som rente verschuldigd is, maar de hoogte van die rente niet door partijen is bepaald, moet de rente volgens de voor wettelijke rente vastgestelde rentevoet worden berekend.
Artikel 129e
De lener is verplicht het door hem op grond van de overeenkomst verschuldigde terug te geven binnen zes weken nadat de uitlener heeft medegedeeld tot opeising over te gaan, tenzij een ander tijdstip voor de terugbetaling uit de overeenkomst voortvloeit.
Artikel 129f
Indien is overeengekomen dat een lener de geleende geldsom terug zal betalen, wanneer hij daartoe in staat zal zijn, zal de rechter, naar gelang van de omstandigheden, het tijdstip van de opeisbaarheid nader kunnen bepalen.
ARTIKEL II
In Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt de volgende wijziging aangebracht:
- overeenkomsten van goederenkrediet als bedoeld in artikel 84 van Boek 7, behalve indien zij zaken betreffen die kennelijk uitsluitend of hoofdzakelijk ten behoeve van de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf strekken.
ARTIKEL III
In Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt de volgende wijziging aangebracht:
- Indien in geval van executie een huurkoper van een onroerende zaak of een bestanddeel daarvan of een recht op die zaak niet kan inroepen tegen een hypotheekhouder of beslaglegger, wordt aan de huurkoper uit de netto-opbrengst van het goed, met voorrang onmiddellijk na de vorderingen van degenen tegen wie hij zijn recht niet kan inroepen, een vergoeding uitgekeerd ten bedrage van de schade die hij door de executie lijdt.
ARTIKEL IV
In Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht.
A
Titel 5A vervalt.
B
Titel 14 vervalt.
ARTIKEL V
De hoofdstukken I, IV en X van de Wet op het consumentenkrediet vervallen, behoudens artikel 1 aanhef en onder a en onder n.
ARTIKEL VI
De Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken wordt ingetrokken.
ARTIKEL VII
In het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt de volgende wijziging aangebracht:
een agentuur-, huur- of consumentenkoopovereenkomst, een overeenkomst van consumentenkrediet als bedoeld in artikel 57 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of van goederenkrediet als bedoeld in artikel 84 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, telkens ongeacht het beloop of de waarde van de vordering.ARTIKEL VIII
In de onteigeningswet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
In artikel 4, eerste lid, worden woorden «bewoning of beklemming» vervangen door: bewoning, beklemming of huurkoop.
B
In artikel 18, derde lid, worden de woorden «een eeuwigdurende erfpacht of een beklemrecht rust, worden ook de erfpachter of de beklemde meijer gedagvaard» vervangen door: een eeuwigdurende erfpacht, een beklemrecht of een recht uit huurkoop rust, worden ook de erfpachter, de beklemde meijer of de huurkoper gedagvaard.
C
Ingevoegd wordt een nieuw artikel 46 dat als volgt luidt:
Artikel 46
Bij onteigening van een krachtens huurkoop verkochte onroerende zaak wordt uit het bedrag van de werkelijke waarde van de zaak aan de huurverkoper een schadeloosstelling toegekend wegens de aanspraken uit de huurkoopovereenkomst die hij verliest; hetgeen overblijft, komt aan de huurkoper toe.Artikel 46
Bij onteigening van een krachtens huurkoop verkochte onroerende zaak wordt uit het bedrag van de werkelijke waarde van de zaak aan de huurverkoper een schadeloosstelling toegekend wegens de aanspraken uit de huurkoopovereenkomst die hij verliest; hetgeen overblijft, komt aan de huurkoper toe.
ARTIKEL IX
In de Wet op het financieel toezicht wordt de volgende wijziging aangebracht:
ARTIKEL X
In de Wet op de economische delicten wordt de volgende wijziging aangebracht:
ARTIKEL XI
In de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt na artikel 199 een nieuw artikel 200 ingevoegd, luidende:
Artikel 200
Afdeling 2 van titel 2A en de titels 2B en 2C zijn niet van toepassing op overeenkomsten die voor het tijdstip van het inwerkingtreden van die afdeling en die titels zijn gesloten.Artikel 200
Afdeling 2 van titel 2A en de titels 2B en 2C zijn niet van toepassing op overeenkomsten die voor het tijdstip van het inwerkingtreden van die afdeling en die titels zijn gesloten.
ARTIKEL XII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.