Part of Smart Yellow Suite

WGK000668
Besluit forensische zorg

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 25 oktober 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Besluit houdende vaststelling van het Besluit forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen enige andere regeling

Samenvatting

Het Besluit forensische zorg is een AMvB ter uitvoering van de Wet forensische zorg, die op 1 januari 2019 in werking treedt. In dit Besluit worden de regels vastgelegd over diverse onderwerpen, zoals de eisen die worden gesteld aan forensische zorginstellingen, de indicatiestelling en plaatsing van forensische patiënten en de gegevensuitwisseling. Het Besluit zal meebrengen dat enkele bestaande regelingen, zoals het Reglement verpleging ter beschikking gestelden en de Penitentiaire Maatregel, zullen worden aangepast.

Documenten

stb-2019-230 (PDF)

Besluit van 6 juni 2019, houdende vaststelling van het Besluit forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen van enige andere regelingen (Besluit forensische zorg)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 27 november 2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2429045, gedaan mede namens onze Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 1.1, tweede lid, 2.6, 2.7, 3.5, 4.2, 5.3, eerste en derde lid, 6.10a, vijfde lid en artikel 6.11 van de Wet forensische zorg, de artikelen19, tweede lid, en 37, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de artikelen 15, vijfde lid, 43, derde lid, en 59 van de Penitentiaire beginselenwet, artikel 42, vijfde lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 21 februari 2019, nr. W16.18.0372/II;

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 3 juni 2019, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2576010, uitgebracht mede namens Onze Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1.1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.2

Onze Minister kan andere vormen van zorg aanmerken als forensische zorg, bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van de wet, dan wel daarvan uitsluiten.

Artikel 2.1

Indien het strafrechtsketennummer van de forensische patiënt ontbreekt, geldt bij verstrekking van gegevens als bedoeld in artikel 2.6, derde lid, van de wet en verwerking van gegevens als bedoeld in artikel 2.6, vierde lid, van de wet, het burgerservicenummer of het vreemdelingennummer als persoonsidentificerend nummer.

Artikel 2.2

Artikel 2.3

Artikel 2.4

Het openbaar ministerie verstrekt door tussenkomst van Onze Minister aan de zorgaanbieder de noodzakelijke gegevens uit het strafdossier ten behoeve van de verpleging en behandeling van een ter beschikking gestelde aan wie een bevel tot verpleging van overheidswege is gegeven. Deze gegevens betreffen in ieder geval:

Artikel 2.5

Artikel 2.6

Artikel 2.7

Artikel 3.1

Artikel 3.2

Artikel 3.3

Artikel 3.4

Artikel 3.5

Artikel 3.6

Artikel 3.7

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de eisen omtrent het beheer van de rijksinstellingen, de huisvesting van forensische patiënten en het aantekenen van andere belangrijke voorvallen omtrent de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde als bedoeld in artikel 3.5, derde lid, van de wet.

Artikel 4.1

Artikel 5.1

Artikel 5.2

Artikel 5.3

Artikel 5.4

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de deskundigheid van de personen die het onderzoek verrichten, de kwaliteit van de indicatiestellingen, het toezicht op de kwaliteitseisen die aan de indicatiestelling worden gesteld, de ontwikkeling en de implementatie van kwaliteitsinstrumenten en onderzoek en de procedure met betrekking tot de indicatiestelling en de daarbij te gebruiken modellen.

Artikel 6.1

De plaatsing bij een zorgaanbieder bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, van de wet, wordt door Onze Minister gedaan, dan wel, namens deze en onder diens regie, door:

Artikel 6.2

Artikel 6.2a

Artikel 6.3

Artikel 6.4

Artikel 6.5

De genoemde elementen in artikel 2 van het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling zijn van overeenkomstige toepassing op een meldcode, bedoeld in artikel 6.10a, van de wet.

Artikel 6.6

Artikel 6.7

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld ten aanzien van de plaatsing en overplaatsing van forensische patiënten en de wijze waarop het vervoer plaatsvindt, de overbrenging van forensische patiënten met het oog op de aanvang of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de uitspraak of de beslissing en de te volgen procedure bij de ongeoorloofde afwezigheid vande forensische patiënt en andere bijzondere voorvallen, bedoeld in artikel 6.10 van de wet. In de regels wordt aangegeven op welke wijze de veiligheid en de behandeling meewegen.

Artikel 7.1

Het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 17, derde lid, wordt «het Interimbesluit forensische zorg» vervangen door «de Wet forensische zorg».

B

In artikel 46, onder e, wordt «inrichting» vervangen door «instelling».

C

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, wordt aan artikel 47 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onder o, van de Wet forensische zorg ten behoeve van de te verlenen forensische zorg.

Artikel 7.2

De Penitentiaire maatregel wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 37, eerste lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  1. kopieën van risicotaxaties;
  2. kopieën van delictanalyses.
B

In artikel 38 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

3.
Indien een gedetineerde wordt overgebracht naar een instelling voor de verlening van forensische zorg, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onder f, van de Wet forensische zorg, zendt de directeur de voor een goede en veilige verlening van de forensische zorg noodzakelijk geachte bescheiden daaruit aan het hoofd of de geneesheer-directeur van die instelling.
C

Hoofdstuk 9 vervalt.

Artikel 7.3

Artikel 8, eerste lid, onder d, van de Reclasseringsregeling 1995 komt te luiden:

  1. het opstellen van een indicatiestelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onder e, van de Wet forensische zorg en de plaatsing namens Onze Minister, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet forensische zorg.

Artikel 7.4

Het Reglement verpleging ter beschikking gestelden wordt als volgt gewijzigd:

A

Hoofdstukken 2 tot en met 4, 6 en 18 vervallen.

B

Artikel 24a
Onze Minister kan bij ministeriële regeling nadere regels stellen aan instellingen, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de wet. Deze regels hebben met het oog op de veiligheid in de instelling en de naleving van de bij of krachtens de wet gegeven regels, betrekking op:
  1. de toelating en de weigering van bezoek aan die instellingen, en
  2. de toegang van personeel werkzaam bij die instellingen.
C

Artikel 32, tweede lid, komt te luiden:

2.
Na de in het eerste lid genoemde termijn worden de bescheiden, opgenomen in het verpleegdedossier, met uitzondering van de vingerafdrukken die overeenkomstig artikel 22, tweede lid, van de wet zijn genomen, overeenkomstig de Archiefwet 1995 overgebracht naar een rijksarchiefbewaarplaats of naar de algemene rijksarchiefbewaarplaats.

Artikel 24a

Onze Minister kan bij ministeriële regeling nadere regels stellen aan instellingen, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de wet. Deze regels hebben met het oog op de veiligheid in de instelling en de naleving van de bij of krachtens de wet gegeven regels, betrekking op:

Artikel 7.5

In artikel 4.1, onder d, van het Besluit Wfsv wordt «als bedoeld in het Interimbesluit forensische zorg» vervangen door «als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg of forensische zorg als aangemerkt in of krachtens een algemene maatregel van bestuur».

Artikel 7.6

Het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

2.
Als zorg in de zin van de wet wordt tevens aangewezen werkzaamheden in het kader van de verlening van zorg die krachtens artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg in of krachtens een algemene maatregel van bestuur als forensische zorg is aangemerkt.
B

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6
Artikel 3, vierde lid, 34, 38, eerste en derde tot en met zevende lid, en 40 tot en met 43 van de wet zijn niet van toepassing op forensische zorg als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg of forensische zorg als aangemerkt in of krachtens een algemene maatregel van bestuur».

Artikel 6

Artikel 3, vierde lid, 34, 38, eerste en derde tot en met zevende lid, en 40 tot en met 43 van de wet zijn niet van toepassing op forensische zorg als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg of forensische zorg als aangemerkt in of krachtens een algemene maatregel van bestuur».

Artikel 7.7

In artikel 2.1, vierde lid, van het Besluit zorgverzekering wordt «forensische zorg als bedoeld in het Interimbesluit forensische zorg» vervangen door «forensische zorg als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg of forensische zorg als aangemerkt in of krachtens een algemene maatregel van bestuur».

Artikel 7.8

Artikel 2.3 van het Uitvoeringsbesluit WTZi vervalt.

Artikel 8.1

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8.2

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit forensische zorg.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.