Part of Smart Yellow Suite

WGK000293
voorstel Wet natuurbescherming

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 28 maart 2015
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)

Samenvatting

Het wetsvoorstel staat in het teken van de verbinding tussen ecologie en economie. Het voorziet voor burgers en bedrijven in duidelijke en eenvoudige regels ter bescherming van waardevolle natuur (Natura 2000, soortenbescherming, schadebestrijding, populatiebeheer, jacht, CITES, bossen, handel hout). Bevoegdheden worden zoveel mogelijk gelegd op provinciaal niveau.

Documenten

stb-2016-34 (PDF)

Wet van 16 december 2015, houdende regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot een integraal en vereenvoudigd wettelijk kader voor het behoud van de biologische diversiteit en een duurzaam gebruik van de bestanddelen daarvan en ter uitvoering van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 206), richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) en diverse verdragen inzake de biologische diversiteit en de bescherming van bedreigde dier- en plantensoorten en hun natuurlijke leefomgeving;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1.1

Artikel 1.2

Artikel 1.3

Artikel 1.4

Een wijziging van een bindende EU-rechtshandeling waarnaar in regels, gesteld bij of krachtens deze wet, wordt verwezen gaat voor de toepassing van die regels gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekend gemaakt, een eerder tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 1.5

Artikel 1.6

Artikel 1.7

Artikel 1.8

Artikel 1.9

Artikel 1.10

Artikel 1.11

Artikel 1.12

Artikel 1.13

Artikel 2.1

Artikel 2.2

Artikel 2.3

Artikel 2.4

Artikel 2.5

Artikel 2.6

Artikel 2.7

Artikel 2.8

Artikel 2.9

Artikel 2.10

Artikel 2.11

Artikel 3.1

Artikel 3.2

Artikel 3.3

Artikel 3.4

Artikel 3.5

Artikel 3.6

Artikel 3.7

Artikel 3.8

Artikel 3.9

Artikel 3.10

Artikel 3.11

Artikel 3.12

Artikel 3.13

Artikel 3.14

Artikel 3.15

Artikel 3.16

Artikel 3.17

Artikel 3.18

Artikel 3.19

Artikel 3.20

Artikel 3.21

Artikel 3.22

Artikel 3.23

Artikel 3.24

Artikel 3.25

Artikel 3.26

Artikel 3.27

Artikel 3.28

Artikel 3.29

Artikel 3.30

Artikel 3.31

Artikel 3.32

Artikel 3.33

Artikel 3.34

Artikel 3.35

Het is het verboden vanuit een Nederlands schip walvissen te vangen of te doden, dan wel aan boord van een Nederlands schip walvissen te verwerken.

Artikel 3.36

EU-verordeningen en EU-richtlijnen als bedoeld in deze paragraaf zijn:

Artikel 3.37

Artikel 3.38

Artikel 3.39

Het is verboden invasieve exoten behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten, of eieren van deze exoten te verhandelen of in bezit te hebben.

Artikel 3.40

Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf, overeenkomstig de voorwaarden en beperkingen die in voorkomend geval voortvloeien uit de toepasselijke EU-verordening of EU-richtlijn.

Artikel 3.41

Artikel 4.1

Het bepaalde bij en krachtens deze paragraaf, met uitzondering van artikel 4.6, heeft geen betrekking op:

Artikel 4.2

Artikel 4.3

Artikel 4.4

Artikel 4.5

Artikel 4.6

Provincies en gemeenten zijn ten aanzien van de onderwerpen waarin deze paragraaf voorziet niet bevoegd om op grond van andere aan hen toekomende wettelijke bevoegdheden regels te stellen ter bescherming van buiten de grenzen van de bebouwde kom, vastgesteld krachtens artikel 4.1, onderdeel a, gelegen:

Artikel 4.7

EU-verordeningen en EU-richtlijnen als bedoeld in artikel 4.8 zijn:

Artikel 4.8

Artikel 4.9

Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens artikel 4.8, overeenkomstig de voorwaarden en beperkingen die in voorkomend geval voortvloeien uit de toepasselijke EU-verordening of EU-richtlijn.

Artikel 5.1

Artikel 5.2

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag van een vergunning of ontheffing als bedoeld in:

Artikel 5.3

Artikel 5.4

Artikel 5.5

Artikel 5.6

Artikel 6.1

Artikel 6.2

Artikel 6.3

Artikel 7.1

Artikel 7.2

Artikel 7.3

Artikel 7.4

Artikel 7.5

Artikel 7.6

Artikel 7.7

Artikel 7.8

De Nederlandse strafwet is van toepassing op een ieder die zich in de exclusieve economische zone schuldig maakt aan overtreding van regels gesteld bij of krachtens de artikelen 1.11, eerste lid, 2.4, vierde lid, 2.5, derde lid, 2.6, derde lid, 2.7, tweede lid, 2.11, derde lid, 3.1, eerste, tweede, derde of vierde lid, 3.2, eerste, vierde of zesde lid, 3.4, eerste lid, 3.5, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid, 3.6, eerste of tweede lid, 3.7, eerste lid, 3.9, eerste lid, 3.10, eerste lid, 3.11, eerste of tweede lid, 3.24, eerste of tweede lid, 3.34, eerste of vierde lid, 3.35, 3.37, eerste of tweede lid, 3.38, 3.39, 4.8, eerste, tweede of vierde lid, of 5.3, vierde lid.

Artikel 8.1

Artikel 8.2

Artikel 8.3

Artikel 8.4

Artikel 8.5

De voordracht voor een krachtens artikel 2.9, vijfde lid, of artikel 5.5, eerste lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 8.6

Artikel 9.1

Artikel 9.2

Artikel 9.3

Artikel 9.4

Artikel 9.5

Artikel 9.6

Artikel 9.7

Artikel 9.8

Artikel 9.9

Artikel 9.10

Artikel 9.11

De gebieden die op het moment van inwerkingtreding van deze wet zijn aangewezen op grond van artikel 2.10.2 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening zoals dat luidt onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gelden als gebieden die behoren tot het natuurnetwerk Nederland als bedoeld in artikel 1.12, tweede lid.

Artikel 9.12

Artikel 9.13

Het besluit tot aanwijzing van gebieden als nationaal park, neergelegd in artikel 2 van de Regeling aanwijzing nationale parken zoals dat luidt onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, geldt als besluit als bedoeld in artikel 8.3, eerste lid.

Artikel 10.1

In de bijlage bij de Algemene Douanewet wordt in onderdeel B «Flora- en faunawet» vervangen door: Wet natuurbescherming.

Artikel 10.2

Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 2 vervallen de zinsneden met betrekking tot de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998.

C

In artikel 4 vervalt de zinsnede met betrekking tot de Boswet.

Artikel 10.3

De Crisis- en herstelwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.3, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. de Wet natuurbescherming;.
B

In artikel 2.9, derde lid, wordt «een vergunning is vereist op grond van artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 is vereist» vervangen door: op grond van enig wettelijk voorschrift een passende beoordeling is vereist als bedoeld in artikel 2.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming;.

C

In artikel 2.10, tweede lid, wordt «de Flora- en faunawet» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.4

In artikel 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt «de Flora- en faunawet» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.5

In artikel 141a, eerste lid, onderdeel a, van de Mijnbouwwet, wordt «een gebied dat is aangewezen op grond van de artikelen 10 of 10a van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied als bedoeld in de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.6

Artikel 9 van de Spoedwet wegverbreding wordt als volgt gewijzigd:

A

In het eerste lid vervallen de tweede en derde volzin.

B

Het vierde, vijfde en zesde lid komen te luiden:

4.
Artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming is niet van toepassing op handelingen waarop het wegaanpassingsbesluit betrekking heeft.
5.
Indien handelingen waarop het wegaanpassingsbesluit betrekking heeft de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied als bedoeld in de Wet natuurbescherming kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, gelet op de instandhoudingsdoelstelling voor dat gebied, wordt het wegaanpassingsbesluit uitsluitend vastgesteld indien is voldaan aan artikel 2.8 van die wet.
6.
Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien ten aanzien van het project of de andere handeling waarop het wegaanpassingsbesluit betrekking heeft, is voldaan aan artikel 2.9, eerste, tweede, derde of vijfde lid, van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.7

De Tracéwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9 vervalt het tweede lid en wordt het derde lid vernummerd tot tweede lid.

B

Artikel 13, zevende, achtste en negende lid, komen te luiden:

7.
Artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming is niet van toepassing op handelingen waarop het tracébesluit betrekking heeft.
8.
Indien handelingen waarop het tracébesluit betrekking heeft de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied als bedoeld in de Wet natuurbescherming kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, gelet op de instandhoudingsdoelstelling voor dat gebied, wordt het tracébesluit uitsluitend vastgesteld indien is voldaan aan artikel 2.8 van die wet.
9.
Het zevende en achtste lid zijn niet van toepassing indien ten aanzien van het project of de andere handeling waarop het tracébesluit betrekking heeft, is voldaan aan artikel 2.9, eerste, tweede, derde of vijfde lid, van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.8

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. het realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, behoudens de gevallen, bedoeld in de artikelen 2.7, vierde lid, 2.9, eerste, tweede, derde of vijfde lid, of 9.4, eerste, achtste of negende lid, van die wet, voor zover dat project, onderscheidenlijk die handeling bestaat uit een activiteit waarop het verbod, bedoeld in de onderdelen a tot en met i of in artikel 2.2, van toepassing is;
  2. het verrichten van een handeling als bedoeld in de artikelen 3.1, 3.5 of 3.10, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, behoudens de gevallen, bedoeld in de artikelen 3.3, tweede, zesde of zevende lid, 3.8, tweede, zesde of zevende lid, 3.10, tweede of derde lid, of 3.31, eerste lid, voor zover die handeling bestaat uit een activiteit waarop het verbod, bedoeld in de onderdelen a tot en met i of in artikel 2.2, van toepassing is.
C

Artikel 2.3, onder b, komt te luiden:

  1. activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c, d, f, g, h, i, j of k;.
D

In artikel 2.14, tweede lid, wordt «een beschermd natuurmonument of gebied dat als zodanig is aangewezen krachtens artikel 10 van de Natuurbeschermingswet 1998 of een gebied dat als zodanig is aangewezen krachtens artikel 10a van die wet of dat voorlopig als zodanig is aangewezen krachtens artikel 12 van die wet» vervangen door: een Natura 2000-gebied.

E

Na artikel 2.17 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2.17a
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 2.8 van de Wet natuurbescherming.
Artikel 2.17b
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, en het betreft een handeling als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet natuurbescherming kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 3.3, vierde lid, van de Wet natuurbescherming.
Artikel 2.17c
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, en het betreft een handeling als bedoeld in artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 3.8, vijfde lid, van de Wet natuurbescherming.
Artikel 2.17d
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, en het betreft een handeling als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van de Wet natuurbescherming kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 3.8, vijfde lid, of 3.10, tweede lid, van de Wet natuurbescherming.
F

Artikel 2.29 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Voor zover een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, geeft een bestuursorgaan als bedoeld in het eerste lid, onder a, toepassing aan het eerste lid, in het geval, bedoeld in artikel 5.4, tweede lid, van de Wet natuurbescherming.
G

In artikel 2.32 wordt «2.29, tweede lid» vervangen door «2.29, derde lid».

H

Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Wet natuurbescherming,.
I

Aan artikel 5.19 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5.
Het bevoegd gezag trekt een omgevingsvergunning, voor zover deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, tevens in wanneer een bestuursorgaan dat bevoegd is een verklaring te geven als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, daarom verzoekt in gevallen als bedoeld in artikel 5.4, derde lid, van de Wet natuurbescherming.

Artikel 2.17a

Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 2.8 van de Wet natuurbescherming.

Artikel 2.17b

Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, en het betreft een handeling als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet natuurbescherming kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 3.3, vierde lid, van de Wet natuurbescherming.

Artikel 2.17c

Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, en het betreft een handeling als bedoeld in artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 3.8, vijfde lid, van de Wet natuurbescherming.

Artikel 2.17d

Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, en het betreft een handeling als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van de Wet natuurbescherming kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op de gronden die zijn aangegeven in artikel 3.8, vijfde lid, of 3.10, tweede lid, van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.9

De Wet ammoniak en veehouderij wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Provinciale staten wijzen, onverminderd het tweede lid, alle voor verzuring gevoelige gebieden binnen een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied als bedoeld in de Wet natuurbescherming aan als zeer kwetsbaar gebied.
B

In artikel 2a, zevende lid, wordt «een beschermd gebied als bedoeld in artikel 10, eerste lid, of artikel 10a, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: binnen een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied als bedoeld in de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.10

In artikel 99, eerste lid, van de Wet bodembescherming wordt «de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.11

In artikel 5.7 van de Wet dieren wordt «de Flora- en faunawet» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.12

In artikel 6, eerste lid, van de Wet financieel statuut Koninklijk huis wordt «Flora- en faunawet» vervangen door: Wet natuurbescherming.

Artikel 10.13

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.3, vierde lid, wordt «het Natuurbeleidsplan, bedoeld in artikel 4 van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: de natuurvisie, bedoeld in artikel 1.5 van de Wet natuurbescherming.

B

Artikel 4.9, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. Natura 2000-gebieden of bijzondere nationale natuurgebieden als bedoeld in de Wet natuurbescherming;.
C

In artikel 7.2a, eerste lid, wordt «op grond van artikel 19j, tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: artikel 2.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming.

D

In artikel 7.6, eerste lid, wordt «gebieden als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: Natura 2000-gebieden als bedoeld in de Wet natuurbescherming.

E

In artikel 7.24, vierde lid, onder a, wordt «artikel 19f, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: artikel 2.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming.

F

In artikel 7.27, vijfde lid, wordt «Natura 2000-gebied, bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: Natura 2000-gebied, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming.

G

In artikel 17.8, onderdeel b, onder 2°, wordt «de artikelen 3, 4 en 5 van de Flora- en faunawet of de artikelen 10 en 10a van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming.

H

Artikel 17.9, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

I

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 10.14

Artikel 1a van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel 1° wordt als volgt gewijzigd:

B

Onderdeel 2° wordt als volgt gewijzigd:

C

Onderdeel 3° wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 10.15

In artikel LVII, onderdeel A, van de Wet opheffing bedrijfslichamen wordt in artikel 4.6, onderdeel b, «met uitzondering van hoogstamfruitbomen» vervangen door: met uitzondering van hoogstamfruitbomen en van geknotte populieren of wilgen als bedoeld in artikel 4.1, onderdeel f.

Artikel 10.16

In artikel 4, derde lid, van de Wet op het RIVM wordt «artikel 9a van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: artikel 1.9 van de Wet natuurbescherming.

Artikel 10.17

In de bijlage bij de Wet toezicht accountantsorganisaties vervalt de zinsnede «artikel 91, eerste lid, van de Flora- en faunawet».

Artikel 10.18

In artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van de Wet wapens en munitie wordt «Flora- en faunawet» vervangen door: Wet natuurbescherming.

Artikel 11.1

Indien artikel I, onderdeel A, van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, of op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, vervalt artikel 6.3.

Artikel 11.2

Indien artikel 2.1 van de Wet dieren eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.28, derde lid, onderdeel d, wordt «de Wet op de dierenbescherming dan wel de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor zover het gedragingen als bedoeld in hoofdstuk III van die wet betreft, of indien tegen hem deswege een strafbeschikking is uitgevaardigd.» vervangen door: de Wet dieren, voor zover het gedragingen als bedoeld in de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.13, 2.14 of 2.15 van die wet is veroordeeld, dan wel tegen hem deswege een strafbeschikking is uitgevaardigd, of indien hem wegens overtreding van het krachtens de voornoemde artikelen van de Wet dieren bepaalde een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 8.7 van de Wet dieren is opgelegd.

B

Artikel 5.4, derde lid, onderdeel c, komt te luiden:

  1. wegens een feit strafbaar gesteld bij de Wet dieren voor zover het gedragingen als bedoeld in de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.13, 2.14 of 2.15 van die wet betreft, of tegen hem deswege een strafbeschikking is uitgevaardigd of hem wegens overtreding van het krachtens de voornoemde artikelen van de Wet dieren bepaalde een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 8.7 van de Wet dieren is opgelegd;.
C

In artikel 9.8 wordt in het eerste en tweede lid «de Flora- en faunawet» telkens vervangen door: de Flora- en faunawet, hoofdstuk III van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren of de Wet op de dierenbescherming.

Artikel 11.3

Indien artikel 2.1 van de Wet dieren later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:

Artikel 11.3 (Wijziging Wet natuurbescherming)

De Wet natuurbescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.28, derde lid, onderdeel d, wordt «de Wet op de dierenbescherming dan wel de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor zover het gedragingen als bedoeld in hoofdstuk III van die wet betreft, of indien tegen hem deswege een strafbeschikking is uitgevaardigd.» vervangen door: de Wet dieren, voor zover het gedragingen als bedoeld in de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.13, 2.14 of 2.15 van die wet is veroordeeld, dan wel tegen hem deswege een strafbeschikking is uitgevaardigd, of indien hem wegens overtreding van het krachtens de voornoemde artikelen van de Wet dieren bepaalde een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 8.7 van de Wet dieren is opgelegd.

B

Artikel 5.4, derde lid, onderdeel c, komt te luiden:

  1. wegens een feit strafbaar gesteld bij de Wet dieren voor zover het gedragingen als bedoeld in de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.13, 2.14 of 2.15 van die wet betreft, of tegen hem deswege een strafbeschikking is uitgevaardigd of hem wegens overtreding van het krachtens de voornoemde artikelen van de Wet dieren bepaalde een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 8.7 van de Wet dieren is opgelegd;.
C

In artikel 9.8 wordt in het eerste en tweede lid «de Flora- en faunawet» telkens vervangen door: de Flora- en faunawet, hoofdstuk III van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren of de Wet op de dierenbescherming.

Artikel 11.4

Indien het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2014 ingediende voorstel van wet houdende regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee, 34 058) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, derde lid, wordt «de artikelen 5, 6 en 7» vervangen door: de artikelen 5 en 7.

B

In artikel 4, eerste lid, onderdeel c, wordt «als bedoeld in artikel 19h, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998» vervangen door: als bedoeld in artikel 2.8, zevende lid, van de Wet natuurbescherming.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

D

Artikel 6 komt te vervallen.

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Een vrijstelling van de verboden, bedoeld in de artikelen 3.1, eerste, tweede, derde of vierde lid, of 3.2, eerste of zesde lid, van de Wet natuurbescherming wordt slechts verleend indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, van die wet en aan het kavelbesluit de voorschriften, bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van die wet, worden verbonden.
3.
Een vrijstelling van de verboden, bedoeld in de artikelen 3.5, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid, of 3.6, eerste of tweede lid, van de Wet natuurbescherming wordt slechts verleend indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3.8, vijfde lid, van die wet.
4.
Een vrijstelling van de verboden, bedoeld in de artikelen 3.10, eerste lid, van de Wet natuurbescherming wordt slechts verleend indien is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, vijfde lid, van die wet.
F

In artikel 11, tweede lid, wordt «5, 6 en 7» vervangen door: 5 en 7.

Artikel 12.1

De volgende wetten worden ingetrokken:

  1. Boswet;
  2. Flora- en faunawet;
  3. Natuurbeschermingswet 1998.

Artikel 12.2

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 12.3

Deze wet wordt aangehaald als: Wet natuurbescherming.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.